M2 Luisteren

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Luisteroefeningen MH2

Lesetext 1

Bij deze tekst zitten vier richtig = goed en falsch = fout- vragen. 

Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 

Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het antwoord wat je denkt dat het is (dus is de stelling juist of niet juist). Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Lesetext 1: Frage 1:

De meeste familieleden van Amina wonen in Tunesië.

1. richtig (goed)
2. falsch (fout)

Lesetext 1: Frage 2

Amina weet niet of haar nichten al getrouwd zijn.

1. richtig (goed)
2. falsch (fout)

Lesetext 1: Frage 3

Amina vindt het prettig om met een vriendin Duits te kunnen praten.

1. richtig (goed)
2. falsch (fout)

Lesetext 1: Frage 4

Caitlin en Amina zitten bij elkaar in de klas.

1. richtig (goed)
2. falsch (fout)

Lesetext 2

Bij deze tekst zitten zes richtig = goed en falsch = fout-vragen

Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 

Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Lesetext 2 - Frage 1
Anna woont pas in Burghausen

1. richtig
2. falsch

Lesetext 2 - Frage 2
Anna’s broer en Lena’s zus zitten bij elkaar in de klas.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 2 - Frage 3
Tarik vindt dat Anna lid van zijn voetbalclub moet worden.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 2 - Frage 4
De computercursus duurt tot zeven uur.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 2 - Frage 5
Anna is goed in Engels.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 2 - Frage 6
Volgens Tarik zijn de andere kinderen nieuwsgierig naar Anna.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 3

Bij deze tekst zitten 4 richtig = goed en falsch = fout-vragen

Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 

Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Lesetext 3: Frage 1
De koe kon van achteren op
het dak van de garage lopen.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 3: Frage 2
Het zwembad was met een
plastic zeil bedekt.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 3: Frage 3
Het paard is bij de actie gewond geraakt.

1. richtig
2. falsch

Lesetext 3: Frage 4
De wasbeer was agressief
tegen de kraanbestuurder

1. richtig
2. falsch

Lesetext 4

Bij deze tekst zitten 6 keuze vragen.

Je kunt elk fragment tijdtechnisch 2x luisteren. Hiervoor druk je op het luidsprekertje. 

Heb je het fragment twee keer gehoord, klik dan op het goede antwoord. Als je een vraag hebt beantwoord kun je niet meer terug.

Lesetext 4: Frage 1
Welke vraag wordt in deze
uitzending behandeld?

1. Hoe kun je beter voor je kat zorgen?
2. Waarom zijn katten zo makkelijke huisdieren?
3. Wat moet je doen als je een kat in huis neemt?

Lesetext 4: Frage 2
Welke tip geeft de dierenarts
voor de transportbak?

1. Die kun je ook thuis voor de kat gebruiken.
2. Die moet alleen van boven open kunnen.
3. Die moet handig voor in de auto zijn.

Lesetext 4: Frage 3
Waarop moet je bij het
kattenvoer letten?

1. Op de ingrediënten van het voer.
2. Op de leeftijd van de kat.
3. Op de voorkeuren van de kat.

Lesetext 4: Frage 4
Waarom hebben sommige
katten overgewicht?

1. Ze bewegen te weinig.
2. Ze eten te veel.
3. Ze worden verwend.

Lesetext 4: Frage 5

Wat wordt over het drinken gezegd?

1. Dat hoef je niet extra te geven.
2. Je kunt het beste water geven.
3. Katten drinken het liefst melk.

Lesetext 4: Frage 6
Wat zegt de dierenarts over kattenbakken?

1. Katten willen het liefst eentje met deksel.
2. Ze moeten voor de kat altijd bereikbaar zijn.
3. Ze zijn vaak veel te groot.