Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Week 51 A tot en met G
Daar gaan we weer online...
Planning week 51
Planning na de vakantie
Hoe pakken we de vocabulaire aan?
Vragen van jullie kant?
1 / 51
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
51 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Daar gaan we weer online...
Planning week 51
Planning na de vakantie
Hoe pakken we de vocabulaire aan?
Vragen van jullie kant?
Slide 1 - Diapositive
Grammaire
regelmatige werkwoorden (-er, -ir, -re) in de Présent
trappen van vergelijking
Slide 2 - Diapositive
Laten we beginnen met de phrases clés...
zich voorstellen = se présenter
je me présente
tu te présentes
il /elle / on se présente
nous nous présentons
vous vous présentez (!)
ils / elles se présentent
Slide 3 - Diapositive
Phrases Clés A+B
u kunt / kunt u = vous pouvez
zich(zelf) voorstellen = vous présenter
Kunt u zich voorstellen?
Vous pouvez vous présenter?
Slide 4 - Diapositive
Kunt u zichzelf voorstellen?
Slide 5 - Question ouverte
Phrases Clés A+B
Ik heet
Je m'appelle
ik ben ... jaar oud
j'ai ... ans
ik woon in
j'habite à
Slide 6 - Diapositive
Ik heet Sophie.
Slide 7 - Question ouverte
Ik ben 33 jaar.
Slide 8 - Question ouverte
Ik woon in Toulouse.
Slide 9 - Question ouverte
Wat doet u voor werk?
Wat = Qu'est-ce que
doet u = vous faites
als/voor werk? = comme travail?
Slide 10 - Diapositive
Wat doet u voor werk?
Slide 11 - Question ouverte
Ik ben manager in een hotel.
Ik ben = Je suis
manager = manager
in een hotel. = dans un hôtel.
Ik ben manager in een hotel.
Je suis manager dans un hôtel.
Slide 12 - Diapositive
Ik ben manager in een hotel.
Slide 13 - Question ouverte
Wat vindt u het leukst in uw werk?
Wat = Qu'est-ce que
vindt u het leukst = vous aimez le plus
in uw werk? = dans votre travail?
Slide 14 - Diapositive
Wat vindt u het leukst in uw werk?
Slide 15 - Question ouverte
Ik vind vooral het contact met de toeristen leuk.
Ik vind vooral leuk = J'aime surtout
het contact = le contact
met de toeristen. = avec les touristes.
Slide 16 - Diapositive
Ik vind vooral het contact met de toeristen leuk.
Slide 17 - Question ouverte
Reist u veel voor uw werk?
Reist u = Vous voyagez
veel = beaucoup
voor uw werk? = pour votre travail?
Slide 18 - Diapositive
Reist u veel voor uw werk?
Slide 19 - Question ouverte
Ja ik ga vaak naar Azië en Afrika.
Ja = Oui
ik ga = je vais
vaak = souvent
naar Azië = en Asie
en naar Afrika = et en Afrique
Slide 20 - Diapositive
Ja ik ga vaak naar Azië en Afrika.
Oui je vais souvent en Asie et en Afrique.
Slide 21 - Diapositive
Ja ik ga vaak naar Azië en Afrika.
Slide 22 - Question ouverte
Welke talen spreekt u?
Welke talen = Quelles langues
spreekt u? = parlez-vous?
Slide 23 - Diapositive
Welke talen spreekt u?
Slide 24 - Question ouverte
Ik spreek Frans, Engels en Spaans.
Ik spreek = Je parle
Frans = français
Engels = anglais
en Spaans. = et espagnol.
Slide 25 - Diapositive
Ik spreek Frans Engels en Spaans.
Je parle français anglais et espagnol.
Slide 26 - Diapositive
Ik spreek Frans Engels en Spaans.
Slide 27 - Question ouverte
Hallo kan ik u helpen?
Bonjour je peux vous aider?
Slide 28 - Diapositive
Hallo kan ik u helpen?
Slide 29 - Question ouverte
Ja ik wil graag een kamer reserveren.
Oui je voudrais réserver une chambre.
Slide 30 - Diapositive
Ja ik wil graag een kamer reserveren.
Slide 31 - Question ouverte
Voor wanneer is het?
C'est pour quand?
Slide 32 - Diapositive
Voor wanneer is het?
Slide 33 - Question ouverte
Het is voor de periode van 3 tot 5 augustus.
C'est pour la période du 3 au 5 août.
Slide 34 - Diapositive
Het is voor de periode van 3 tot 5 augustus.
Slide 35 - Question ouverte
Helaas we hebben geen kamers meer.
Désolé nous n'avons plus de chambres.
Slide 36 - Diapositive
Helaas we hebben geen kamers meer.
Slide 37 - Question ouverte
Wilt u voor een andere datum reserveren?
Vous voulez réserver pour une autre date?
Slide 38 - Diapositive
Wilt u voor een andere datum reserveren?
Slide 39 - Question ouverte
Voor hoeveel personen is het?
C'est pour combien de personnes?
Slide 40 - Diapositive
Voor hoeveel personen is het?
Slide 41 - Question ouverte
Het is voor tien personen.
C'est pour dix personnes.
Slide 42 - Diapositive
Het is voor tien personen.
Slide 43 - Question ouverte
Dat kost 200 euro.
Ça coûte 200 euros.
Slide 44 - Diapositive
Dat kost 200 euro.
Slide 45 - Question ouverte
Op welke naam is het?
C'est à quel nom?
Slide 46 - Diapositive
Op welke naam is het?
Slide 47 - Question ouverte
Het is op naam van Jongman.
C'est au nom de Jongman.
Slide 48 - Diapositive
Het is op naam van Jongman.
Slide 49 - Question ouverte
Bedankt en een fijne dag verder.
Merci et bonne journée.
Slide 50 - Diapositive
Bedankt en een fijne dag verder.
Slide 51 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
T4 GL chapitre 9DG
Septembre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4 mavo - week 40 les 1 [D réserver vervolg]
Octobre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
T4 GL chapitre 9D + exid 3
Septembre 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4 mavo - week 39 les 2 [réserver]
Septembre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Mavo 4 chapitre 9 en voyage (Toulouse) + voc AB
Septembre 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
T4 doel 2b (GL9D) + doel 4c (exid 3)
Septembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H9 mavo 4 2021
Février 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H9 mavo 4: 6 februari 2023
Janvier 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4