Week 5 S21 lesson 1 Linking words

Schedule
Lesson 1:
  • Aantekeningen + uitleg 'Linking Words' 
  • Workbook 'B Theme Words'

Lesson 2:
  • Zelfstandig oefenen
  • Quiz 
  • (Kahoot ??)





1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Schedule
Lesson 1:
  • Aantekeningen + uitleg 'Linking Words' 
  • Workbook 'B Theme Words'

Lesson 2:
  • Zelfstandig oefenen
  • Quiz 
  • (Kahoot ??)





Slide 1 - Diapositive

Linking words
  • We gebruiken linking words om zinnen aan elkaar te verbinden.
  • Linking words zijn bijvoorbeeld: and, but, because, so.
  • Ieder linking word heeft een andere betekenis.
  • Aan het linking word kun je zien hoe de twee zinnen met elkaar in verbinding staan.

Slide 2 - Diapositive

Linking word 'because'
  • 'because' wordt gebruikt om redenen te geven (= omdat)

  • Kate was happy because she won the competition. = Katy was blij omdat ze de wedstrijd won.

Slide 3 - Diapositive

Linking word 'and'
  • 'and'  wordt gebruikt wanneer je twee gerelateerde dingen wilt koppelen (= en).

  • My mom and dad are teachers. = Mijn moeder en vader zijn docenten.

Slide 4 - Diapositive

Linking word 'but'
  • 'but' wordt gebruikt om twee verschillende ideeën met elkaar te verbinden (= maar).

  • He went to the shops but he didn't buy anything. = Hij ging naar de winkels, maar hij kocht niets.


Slide 5 - Diapositive

Linking word 'so'
  • 'so' wordt gebruikt om de reden, het resultaat of gevolg van iets te beschrijven (= dus). 

  • It was a long journey, so I’m really tired now. = Het was een lange reis, dus ben ik nu echt moe.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Workbook 'Theme Words'

Task 1: Open your workbook to page 132.
Task 2: Complete the exercises on page 132-135.

Finished? -> Slim Stampen 

Slide 8 - Diapositive

Linking words
Task 1: Wordwall exercise



Weet je het nog..? Met linking words kun je zinnen of ideeën aan elkaar verbinden. 
timer
20:00

Slide 9 - Diapositive

Showbizz

Slide 10 - Diapositive

It's showtime!
Answer the questions by yourself, please.

word

Slide 11 - Diapositive

That is a great venue for bands!
A
kans
B
plek van optreden
C
deal
D
publiciteit

Slide 12 - Quiz

That man is a real nutcase
A
netjes
B
aardig
C
gek
D
genie

Slide 13 - Quiz

There will be a sequel after this film
A
interview
B
handtekening
C
vervolg
D
aflevering

Slide 14 - Quiz

The train was cramped with people
A
leeg
B
kramp
C
bestormd
D
volgepakt

Slide 15 - Quiz

That is a wacky costume!
A
waanzinnig
B
aparte
C
prachtig
D
duur

Slide 16 - Quiz

This episode was really disappointing
A
teleurstellend
B
raar
C
indrukwekkend
D
verrassend

Slide 17 - Quiz

TEAM UP!
Translate, please.

word

Slide 18 - Diapositive

Tom Cruise has a lot of money.
however, he's not really happy.

Slide 19 - Question ouverte

Bruno Mars sings and also likes to dance.

Slide 20 - Question ouverte

Taylor Swift eats a lot of fast food
for example pizza and KFC.

Slide 21 - Question ouverte

Keanu Reeves is famous, but acts normal.

Slide 22 - Question ouverte

Elvis is 'The King'. Therefore he needs guards.

Slide 23 - Question ouverte

Robbie Williams loves rock music too.

Slide 24 - Question ouverte