Bouw van zouten (WIP)

Bouw van zouten
Je leert o.a. over:
  • ionen
  • elektrovalentie (lading)
  • ionbinding
  • ionrooster
  • verhoudingsformule
  • naamgeving zouten
  • stroomgeleiding

Zie theorie paragraaf 1.4  
micro
macro
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bouw van zouten
Je leert o.a. over:
  • ionen
  • elektrovalentie (lading)
  • ionbinding
  • ionrooster
  • verhoudingsformule
  • naamgeving zouten
  • stroomgeleiding

Zie theorie paragraaf 1.4  
micro
macro

Slide 1 - Diapositive

Atoommodel van Bohr voor ionen
ion:
geladen atoom dat e- heeft afgestaan of opgenomen
Een ion heeft zo een volle buitenste schil (edelgasconfiguratie).
Atomen kunnen 1 of meer valentie-elektronen (e-) afstaan of opnemen. Er ontstaan dan positieve of negatieve ionen.

Slide 2 - Diapositive

Sleep de symbolen naar het juiste veld.
1 valentie-elektron afstaan voor volle buitenste schil
1 valentie-elektron opnemen voor volle buitenste schil
2 valentie-elektronen opnemen voor volle buitenste schil
2 valentie-elektronen afstaan voor volle buitenste schil
Cl
S
F
Ca
O
Na
Ba
K
Br
Mg

Slide 3 - Question de remorquage

Ionen: elektrovalentie (lading)
elektrovalentie:
lading van ion, geeft aan hoeveel e- zijn afgestaan
(+ lading) of opgenomen (- lading)
Atomen kunnen 1 of meer valentie-elektronen (e-) afstaan of opnemen. Er ontstaan dan positieve of negatieve ionen.
lading noteer je rechtsboven als een getal met een + of - teken.
het getal '1' laten we weg.

Slide 4 - Diapositive

Sleep de symbolen naar het juiste veld.
ionlading 1+
ionlading 2+
ionlading 1-
ionlading 2-
Cl
S
F
Ca
O
Na
Ba
K
Br
Mg

Slide 5 - Question de remorquage

Ionen: elektrovalentie (lading) en plek in PS
metaalionen:
hebben altijd een positieve lading
Ionen hebben een volle buitenste schil. Je kunt ook de plek in het Periodiek Systeem opmaken hoeveel e- zijn afgestaan / opgenomen.
Voor groep 3 t/m 12 is de ionlading niet uit PS af te leiden. Meestal is het 2+, maar niet altijd. Soms zijn er meer mogelijkheden, bv. Fe2+ en Fe3+ bestaan allebei.

Slide 6 - Diapositive

Wat zal, op basis van de plek in het Periodiek Systeem, de ionlading zijn van een fosfide-ion (van de atoomsoort fosfor)?
A
3+
B
3-
C
2+
D
2-

Slide 7 - Quiz

Leg uit waarom de edelgassen (He, Ne, Ar, Kr, Xe, Rn, Og) geen ionen vormen.

Slide 8 - Question ouverte

Zouten: verhoudingsformule
Zouten zijn altijd opgebouwd uit positieve èn negatieve ionen.

De positieve ionen zijn metaalionen, de negatieve ionen zijn niet-metaalionen.

Zouten als stof hebben géén lading!
Verhoudingsformule:
"molecuulformule" voor zouten, geeft aan welke ionen in welke verhouding aanwezig zijn

Slide 9 - Diapositive

Zouten: verhoudingsformule
Kijk goed naar de voorbeelden rechts. Om een verhouding- formule op te kunnen stellen, moet je de ionladingen kennen.
Verhoudingsformule:
"molecuulformule" voor zouten, geeft aan welke ionen in welke verhouding aanwezig zijn
De ionverhouding is zó, dat + lading = - lading èn totale lading = 0.

Slide 10 - Diapositive

Welke zouten kunnen wel bestaan op basis van bekende elektrovalenties (ladingen), en welke niet?
bestaat wel
bestaat niet
NaF
KCl2
MgBr
AlO
CaO
Al2O3
Li2S

Slide 11 - Question de remorquage

Geef de verhoudingsformule van ijzer(II)chloride. Het Romeinse cijfer (II) betekent dat dit zout ijzerionen met een lading van 2+ bevat.

Slide 12 - Question ouverte

Geef de verhoudingsformule van ijzer(III)oxide. Het Romeinse cijfer (III) betekent dat dit zout ijzerionen met een lading van 3+ bevat.

Slide 13 - Question ouverte

Zouten: systematische naamgeving
Naam van zout:
metaalniet-metaalide

Niet-metaal: gebruik het achtervoegsel dat je in 3e klas geleerd hebt, zoals:
oxide (= O), sulfide (= S), fosfide (= P)
NaCl = natriumchloride
MgS = magnesiumsulfide
AlP = aluminiumfosfide
CaO = calciumoxide
KBr = kaliumbromide

Slide 14 - Diapositive

Zouten: systematische naamgeving
Naam van zout:
metaalniet-metaalide

Géén Griekse telwoorden (mono, di, tri, etc.). Aantallen liggen vast via ionlading, dus niet nodig in de naam.
Wél Romeinse cijfers tussen (..) voor ionladingen van metaalionen die meerdere ionladingen kennen, bv. ijzer(II) en ijzer(III)
MgCl2 = magnesiumchloride
Na2S = natriumsulfide
Al2O3 = aluminiumoxide
CaBr2 = calciumbromide
FeBr2 = ijzer(II)bromide
FeBr3 = ijzer(III)bromide

Slide 15 - Diapositive

Geef de systematische naam van het zout met verhoudingsformule PbO2.
Let op: Pb-ionen kunnen meerdere ladingen hebben.

Slide 16 - Question ouverte

Geef de systematische naam van het zout met verhoudingsformule Au2S3.
Let op: Au-ionen kunnen meerdere ladingen hebben.

Slide 17 - Question ouverte