5.1 Zoutformules en namen

5.1 - Namen en formules
Kennen: ionbinding, enkelvoudige- en samengestelde ionen 
Kunnen: namen en formules van zouten opstellen 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.1 - Namen en formules
Kennen: ionbinding, enkelvoudige- en samengestelde ionen 
Kunnen: namen en formules van zouten opstellen 

Slide 1 - Diapositive

geleidt 
electriciteit
geleidt
geen elektriciteit
moleculaire stof (aq) 
metalen(s)
metalen(l)
zouten(s)
zouten (aq)
zouten(l)
moleculaire stof (s)

Slide 2 - Question de remorquage

ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
Zout
Moleculaire stof
NaI
CuO
NH3
Methaan (CH4
KF
NaCl

Slide 3 - Question de remorquage

ion of geen ion ?
A
ion
B
geen ion

Slide 4 - Quiz

Een ion is ......
A
Een deeltje zonder lading
B
Een deeltje met evenveel protonen als neutronen
C
Een deeltje met een lading
D
Een deeltje met evenveel protonen als elektronen

Slide 5 - Quiz

Vorming van een zout
  • Atoommodel van Bohr: protonen en
    neutronen in kern, elektronen in schillen eromheen.
  • Valentie-elektronen zijn elektronen
    in de buitenste schil.
  • Edelgasconfiguratie: 8 elektronen
    in buitenste schil. 

Slide 6 - Diapositive

Vorming van een zout
  • Na heeft 1 valentie-elektron
  • Wordt zelf Na+-ion

  • Cl heeft 7 valentie-elektronen.
  • Wilt er nog 1 voor edelgasconfiguratie
  • Wordt zelf Cl- -ion

Slide 7 - Diapositive

Vorming van een zout
  • Metaal en een niet-metaal
  • Ionen die ontstaan trekken elkaar aan: ionbinding
  • Ionen zitten in een ionrooster

Slide 8 - Diapositive




Enkelvoudige ionen
  • Enkelvoudige ionen bestaan uit
    1 atoomsoort
  • Er bestaan atoomsoorten met verschillende ion-ladingen. Dit wordt aangeven met Romeinse cijfer: goud(I)-ion of goud(III)-ion.

Slide 9 - Diapositive

Enkelvoudige ionen
  • In de naamgeving eindigen negatieve ionen op -ide.

Slide 10 - Diapositive





Samengestelde ionen
  • Samengestelde ionen bestaan uit twee of meer verschillende atoomsoorten bestaan.
  • Binas tabel 66B.

Slide 11 - Diapositive

Enkelvoudige ion
Samengesteld ion
Na+
Cl-
OH-
S2O32-
Br-
Mg2+
NH4+

Slide 12 - Question de remorquage

Naamgeving van een zout
  • Systematische naam:
      Naam van het positieve ion + naam van het negatieve ion.
      Let daarbij op eventuele Romeinse cijfers
  • bijv: ijzer(III)chloride of aluminiumoxide

  • Triviale naam: Binas tabel 66A
      Samengestelde ionen 66B
  • bijv: fluoriet ( = calciumfluoride)

Slide 13 - Diapositive

Aantekening

Slide 14 - Diapositive

Verhoudingsformule van een zout
  • Zout is zelf altijd neutraal: NaCl, KCl, FeCl3, MgF2,....
     Komt door de verhouding positieve en negatieve ionen.

  • Verhoudingsformule van ijzer(III)chloride:
  • FeCl3
  • Verhoudingsformule van magnesiumsulfide:
  • MgS

Slide 15 - Diapositive

Let op bij samengestelde ionen!
Als een samengesteld ion vaker voorkomt: gebruik haakjes ( )!
  • Verhoudingsformule van ammoniumfosfaat
  • (NH4)3PO4
  • Verhoudingsformule van calciumsulfaat
  • CaSO4

Slide 16 - Diapositive

Wat is de verhoudingsformule van natriumchloride?
A
NaCl
B
Na2Cl
C
NaCl2
D
Na3Cl

Slide 17 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van calciumcarbonaat?
A
Ca2(CO3)2
B
CaCO3
C
Ca2CO3
D
Ca(CO3)2

Slide 18 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van aluminiumoxide?
A
AlO2
B
Al2O3
C
AlO
D
Al3O2

Slide 19 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van zilverfosfaat?
A
Fe3(PO4)2
B
Fe2PO4
C
Ag3PO4
D
Ag(PO4)3

Slide 20 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van ammoniumbromide?
A
NH4Br
B
(NH4)2Br
C
NH4Br2
D
NHBr4

Slide 21 - Quiz