Trema, apostrof, accenttekens en cedille 3vwo

Trema, apostrof, accenttekens en cedille 3vwo
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Trema, apostrof, accenttekens en cedille 3vwo

Slide 1 - Diapositive

Trema: waarom?

Slide 2 - Carte mentale

Wanneer een apostrof?

Slide 3 - Carte mentale

In Nederland kennen we drie accenttekens:
accent aigu (´), accent grave (`) en accent circonflexe (^).

Met welk accent kun je nadruk op een woord leggen?
A
Accent aigu
B
Accent grave
C
Accent circonflexe

Slide 4 - Quiz

Wat ontbreekt er in dit woord?
enquete
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
D
cedille

Slide 5 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe
D
cedille

Slide 6 - Quiz

Welk accent krijgt dit woord?

cafe
A
Accent grave
B
Accent cedille
C
Accent circonflexe
D
Accent aigu

Slide 7 - Quiz

Welk accent krijgt dit woord?

gene
A
Accent grave
B
Accent cedille
C
Accent circonflexe
D
Accent aigu

Slide 8 - Quiz

Om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken, gebruik je in samenstellingen een
A
Apostrof
B
Cedille
C
Koppelteken
D
Trema

Slide 9 - Quiz

Sleep het voorbeeld naar het juiste leesteken. 
Kopiëren
's avonds
Logé
Curaçao
Trema
Apostrof
Accent
Cedille

Slide 10 - Question de remorquage

Schrijf je de onderstaande woorden met of zonder trema?
Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
allergieen
petroleum
gelinieerd
uitzaaiingen
naief
reunie
financien
tweeendertig

Slide 11 - Question de remorquage

Noteer zo nodig een trema, een apostrof of een koppelteken: A4tje

Slide 12 - Question ouverte

Noteer zo nodig een trema, een apostrof of een koppelteken: intuitie

Slide 13 - Question ouverte

Noteer zo nodig een trema, een apostrof of een koppelteken: euros

Slide 14 - Question ouverte

Noteer zo nodig een trema, een apostrof of een koppelteken: lollytje

Slide 15 - Question ouverte

Ik kan de spellingregels toepassen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage