Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Werkwoordspelling

Wat is de belangrijkste vraag die je als eerst stelt?

1. Hoeveel werkwoorden zitten er in de zin?
2. Wat is de persoonsvorm?
3. Schrijf je het met een 't' of 'd'?

Wat is de persoonsvorm:
Ik heb gisteren een eind gelopen.

1. heb
2. gelopen
3. heb gelopen
4. een eind

Welk werkwoord is de persoonsvorm in de zin?;
Hij beantwoordt de vragen overtuigend.

1. beantwoordt
2. vragen
3. overtuigend

Welke werkwoord is een sterk werkwoord?

1. rijden
2. dwalen
3. redden
4. glanzen

Hoe schrijf je een bijvoeglijk naamwoord?

1. Zo lang mogelijk
2. Zo kort mogelijk
3. niet

De weg is verbreed.
De verbr........ weg

1. verbrede
2. verbreede
3. verbreedde
4. verbredde

Welk werkwoord is de persoonsvorm in de zin?;
Hij beantwoordt de vragen overtuigend.

1. beantwoordt
2. vragen
3. overtuigend

Gisteren (redden) de brandweer de bestuurder uit het autowrak op de A2.

1. redde
2. redden

De teamleider (branden) zijn vingers aan het lasapparaat vorige week.

1. brande
2. brandde
3. brandden
4. branden

Afgelopen weken ... (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het is gisteren gebeurt.
2. Het is gisteren gebeurd.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het gebeurt in een oogopslag.
2. Het gebeurd in een oogopslag.

Voor elke ____ euro krijg je een spaarzegel bij het tankstation.

1. besteedde
2. bestede

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
2. Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Houdt je van pizza?
2. Houd je van pizza?

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Je rijdt in een luxe wagen.
2. Je rijd in een luxe wagen.

Welk werkwoord is de pv in de zin?
Bas heeft geprobeerd een bank te beroven.

1. heeft
2. geprobeerd
3. beroven

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Hij is verhuist naar Amsterdam.
2. Hij is verhuisd naar Amsterdam.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Annie vluchte de wc in.
2. Annie vluchtte de wc in.

De kerstman ............ dit jaar langs te komen.

1. beloofd
2. belooft
3. beloofdt
4. beloof

Wat heeft hij jou nou precies ge.......?

1. gevraag
2. gevraagdt
3. gevraagt
4. gevraagd

Hij.........zijn vingers aan de vlam.

1. brand
2. brant
3. brandt
4. geen idee

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurdde

Wat vonden jullie van deze les?