Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Ruzie
Slide 1 - Diapositive
roepen
hard iets zeggen
schreeuwen
werkwoord
ik roep - wij roepen
zin: We gaan zo eten, roep jij papa even?
34
Slide 2 - Diapositive
de ruzie
boos op elkaar zijn
ruzie hebben
de ruzie - de ruzies
zin: We hebben ruzie met de buren.
35
Slide 3 - Diapositive
slaan
iemand of iets met je hand hard raken
werkwoord
ik sla -wij slaan
zin: Zij slaat haar broer omdat ze boos is.
36
Slide 4 - Diapositive
stom
1) dom
zin:Wat stom, ik heb haar nummer niet opgeschreven!
2) niet leuk
zin: Wat een stomme film.
37
Slide 5 - Diapositive
stoppen
werkwoord
ik stop - wij stoppen
niet meer doen
zin:Bij een rood licht moet je stoppen.
zin:Stop met roken!
38
Slide 6 - Diapositive
Waar zie jij het woord: roepen?
34
A
B
C
D
Slide 7 - Quiz
Wat is goed?
35
A
Ruzie maken is gezellig.
B
Ruzie maken is samen met iemand roddelen.
C
Ruzie maken is niet leuk.
D
Mensen zijn boos op elkaar als ze ruzie maken.
Slide 8 - Quiz
Waar zie je: slaan?
36
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
Maak een zin met het woord: stom
37
Slide 10 - Question ouverte
Ik .......... mijn boek in mijn tas. Hij ......... met de toets want hij is klaar. Wij ............... voor het rode licht. U ............ bij de witte lijn en wacht op mij.