Les 4 Ademhalen

• Exact
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

1.4 Ademhalen

Inhoud van de les

• Inleiding 1.4 Ademhalen

• Practicum: Koolstofdioxidegehalte ingeademde en uitgeademde lucht
• Practicum: Zuurstofgehalte ingeademde en uitgeademde lucht 

1.4 Ademhalen

• MAVO: Ik kan de werking van longblaasjes beschrijven.

• HAVO: Ik kan verschillen noemen tussen ingeademde en uitgeademde lucht.

Leerdoel

1.4 Ademhalen

1.4 Ademhalen

In en uitademen

De lucht die je uitademt, heeft een andere samenstelling dan de lucht die je inademt. 

Als je inademt, neem je zuurstof op uit de lucht.

1.4 Ademhalen

In en uitademen

De lucht die je uitademt, heeft een andere samenstelling dan de lucht die je inademt. 

Als je inademt, neem je zuurstof op uit de lucht.

• ingeademde lucht bevat zuurstof

1.4 Ademhalen

In en uitademen

De lucht die je uitademt, heeft een andere samenstelling dan de lucht die je inademt. 

Als je inademt, neem je zuurstof op uit de lucht.

• ingeademde lucht bevat zuurstof
• uitgeademde lucht bevat koolstofdioxide en waterdamp

1.4 Ademhalen

In en uitademen

• De zuurstof gaat van de lucht in een longblaasje naar het bloed in de haarvaten. 
• Het bloed vervoert de zuurstof naar de cellen. 
• Daar wordt de zuurstof gebruikt voor de verbranding van glucose.

1.4 Ademhalen

In en uitademen

1.4 Ademhalen

In en uitademen

• Bij de verbranding ontstaan koolstofdioxide en water. Het bloed neemt deze stoffen op en vervoert ze naar de longen. 
• In de longen gaat koolstofdioxide uit het bloed in de haarvaten naar de lucht in de longblaasjes. 
• Als je uitademt, geef je het koolstofdioxide af aan je omgeving.
  

1.4 Ademhalen

In en uitademen

1.4 Ademhalen

Gaswisseling

De opname en afgifte van zuurstof en koolstofdioxide via de longblaasjes noem je de gaswisseling. 

1.4 Ademhalen

Gaswisseling

Door de dunne wanden en het grote oppervlak van de longblaasjes kan de gaswisseling snel plaatsvinden.

1.4 Ademhalen

In en uitademen

Practicum

Zuurstofgehalte in ingeademde en uitgeademde lucht bepalen.

1.4 Ademhalen

In en uitademen

Practicum

Koolstofdioxidegehalte in ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

1.4 Ademhalen

Inhoud van de les

• Inleiding 1.4 Ademhalen
  
• Ademhalingsspieren, borstademhaling & buikademhaling
• Practicum: Vitale capaciteit bepalen
• maken 1.4 opdracht 1 t/m 8
• Start Practische opdracht Roken: zie TEAMS

1.4 Ademhalen

• Ik kan beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Leerdoel

1.4 Ademhalen

1.4 Ademhalen

Ademhalingsspieren

Om adem te halen gebruik je de ademhalingsspieren. 

• Dit zijn het middenrif, de buikspieren, de tussenribspieren en (bij diep ademhalen) de spieren bij het sleutelbeen.

1.4 Ademhalen

Filmpje: Borstademhaling

1.4 Ademhalen

Filmpje: Buikademhaling

1.4 Ademhalen

Aan de slag

• maken 1.4 Ademhalen opdr 1 t/m 8, opdracht 2 en opdracht 4 staan op een werkblad die je bij de docent kan ophalen.
• Tijdens het maken wordt per 2 tafels het practicum Vitale capaciteit uitgevoerd, de docent gaat de tafels langs.
• Start Practische opdracht Roken: zie TEAMS

Inhoud van de les

• Inleiding 1.4 Ademhalen
• Practicum: Vitale capaciteit bepalen
• maken 1.4 opdracht 1 t/m 8
• Start Practische opdracht Roken: zie TEAMS

1.4 Ademhalen

Inhoud van de les

• Inleiding 1.4 Ademhalen
  
• Practicum: Zuurstofgehalte in ingeademde en uitgeademde lucht
• Practicum: Koolstofdioxidegehalte in ingeademde en uitgeademde lucht
• maken 1.4 opdracht 1 t/m 8
  
• Start Practische opdracht Roken: zie TEAMS

1.4 Ademhalen