5.5 Het oog

Het Oog
Aan het einde van deze les:
- ken je de onderdelen met functie van het oog.
- weet je hoe het oog werkt
- weet je hoe het oog zich aanpassen aan het beeld.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het Oog
Aan het einde van deze les:
- ken je de onderdelen met functie van het oog.
- weet je hoe het oog werkt
- weet je hoe het oog zich aanpassen aan het beeld.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

De bouw van het oog
  In afbeelding 1 zie je de doorsnede van een oog. Lichtstralen gaan eerst door het hoornvlies. Het licht gaat verder door de pupil. De pupil is een opening in de iris. De iris is meestal blauw of bruin, soms ook groen of een beetje grijs. 

Slide 3 - Diapositive

De lens
In je oog zit een bolle lens.
De lens draait het beeld ondersteboven.
De lens draait links en rechts om.

Slide 4 - Diapositive

Pupil
De pupil laat het licht in je oog.
Bij veel licht wordt de pupil klein.
Bij weinig licht wordt de pupil groot.

Zo komt er niet teveel licht in je ogen. Daardoor kunnen je ogen beschadigen.

Slide 5 - Diapositive

Spieren in je oog kunnen de lens platter en boller maken. Dit heet accomoderen.

Je lens wordt platter als je dingen ver weg wilt zien.
Je lens wordt boller als je dingen dichtbij wilt zien.

Accomoderen

Slide 6 - Diapositive

Een bril
Sommige mensen hebben een afwijking in de vorm van hun ogen of de vorm van hun lens. Ze dragen dan een bril met een lens om het beeld te corrigeren.


Slide 7 - Diapositive

Bijziend                                  Verziend 
Negatieve lens                      Positieve lens

Slide 8 - Diapositive

het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen

Slide 9 - Quiz

Vraag 7: Koppel de juiste woorden aan de juiste vorm lens
Positieve lens
negatieve lens
Convergente
lichtstralen
Divergente
lichtstralen

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen van het oog naar de juiste plek.
Hoornvlies
Netvlies
Ooglens
Iris
pupil
Glasachtig lichaam

Slide 11 - Question de remorquage

Bolle

lens

Holle

lens

Dikker in het midden
Divergeren
Zit in je oog
Positieve lens
Convergeren
Negatieve lens
Vergrootglas
Dikker aan de zijkant

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe heet het gekleurde deel van je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Lens
D
Netvlies

Slide 13 - Quiz

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van het harde oogvlies?
A
Het vochtig houden van het oog.
B
Het geven van bescherming aan het oog.
C
Het geven van voedingsstoffen aan het oog.

Slide 15 - Quiz


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 16 - Quiz

Als je van de docent naar je boek kijkt, dan worden je lenzen....
A
platter
B
boller
C
kleiner
D
groter

Slide 17 - Quiz

Als je van je boek naar de docent kijkt, dan worden je lenzen....
A
platter
B
boller
C
kleiner
D
groter

Slide 18 - Quiz

Holle lens
Bolle lens

Slide 19 - Question de remorquage

Maak:
Paragraaf 5: Het oog
opdracht 1 t/m 20
Start op blz 178

Slide 20 - Diapositive