Opfrisser 1

Welke Latijnse zin is hier vertaald?
Let goed op:
 uitgangen persoonsvorm
naamvallen
enkelvoud / meervoud
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke Latijnse zin is hier vertaald?
Let goed op:
 uitgangen persoonsvorm
naamvallen
enkelvoud / meervoud

Slide 1 - Diapositive

De priesters vereren de god.
A
sacerdos deum colunt
B
sacerdotes deum colunt
C
sacerdotes deos colunt
D
sacedotes deos colit

Slide 2 - Quiz

De godin staat voor de tempel.
A
Dea ante templum stat
B
Dea ante templum stant
C
Deus ante templum stat
D
Deae ante templum stant

Slide 3 - Quiz

Plotseling raakt de wind de bomen aan.
A
Subito ventus arborem tangit.
B
Ventus arbores subito tangit.
C
Ventus arborem subito tangit
D
Ventus arbores subito tangunt

Slide 4 - Quiz

Wie ben jij?
A
Quis est?
B
Quis estis?
C
Quis es?
D
Qui estis?

Slide 5 - Quiz

De koningin ziet de vriendinnen.
A
Regina amicam vidit.
B
Regina amicas vidit.
C
Regina amicas videt.
D
Reginam amicae vident.

Slide 6 - Quiz

De koning houdt van de koningin.
A
Regem reginam amat.
B
Rex regina amat.
C
Regem regina amat.
D
Reginam rex amat.

Slide 7 - Quiz

Jullie rennen door het bos.
A
Per silvas curris.
B
Per silvam curris.
C
Per silvam currite.
D
Per silvam curritis.

Slide 8 - Quiz

Sleep de woorden op de volgende slide naar de juiste woordsoort;
is het een persoonsvorm, of een zelfstandig naamwoord?

Slide 9 - Diapositive

Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Persoons-
vormen
Zelfst. nw.
amas
curris
servant
tempto
amicam
fugis
sumus
sunt
vivitis
venit
sorores
equis

Slide 10 - Question de remorquage

De volgorde van de naamvallen in de rijtjes is:
A
nominativus, genitivus, accusativus, dativus, ablativus
B
nominativus, dativus, genitivus, accusativus, ablativus
C
nominativus, genitivus, dativus, accusativus, ablativus
D
nominativus, accusativus, genitivus, accusativus, ablativus

Slide 11 - Quiz

Dat was 'm; ging het goed?
Als je klaar bent, neem je de woordjes van de tekst die we nu behandelen door. Houd Teams in de gaten.

Slide 12 - Diapositive