FRT presenteren

Presenteren kun je leren


Gebruik van non- verbaal gedrag.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Leren-lerenMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Presenteren kun je leren


Gebruik van non- verbaal gedrag.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Zenuwen in bedwang houden
  • De voorbereiding is heel belangrijk. Als je niet voorbereid   bent, zegt je lichaam: 'Idioot, wat doe je?'.
  • Denk positief. Overdrijf het belang van je   spreekbeurt/presentatie niet.
  • Besef dat de andere leerlingen heel vaak je zenuwen niet    merken. Je voelt zelf alles, maar je publiek zit veel verder van je af en heeft je zenuwen vaak niet in de gaten.

Slide 3 - Diapositive

STAART

      
       KOP


ROMP

Slide 4 - Diapositive

kop - romp - staart
kop: vertel wat je gaat vertellen

romp: vertel je eigenlijke verhaal

staart: vat samen wat je verteld hebt

Slide 5 - Diapositive

KOP
De kop moet de aandacht trekken.

  • Start met een ijsbreker (goede binnenkomer)
  • Waarom heb je dit onderwerp gekozen?
  • Welke punten wil je behandelen?
  • Mag het publiek tussendoor vragen stellen of alleen naderhand?

Slide 6 - Diapositive

ROMP
Je eigenlijke verhaal.

  • Gebruik voorbeelden, dat brengt je verhaal tot leven.
  • Stel af en toe een vraag aan het publiek, vinden ze leuk.

Slide 7 - Diapositive

STAART
Dit is wat het publiek onthoudt.

Je 'uitsmijter'.

Slide 8 - Diapositive

Belangrijke inhoudelijke elementen

Slide 9 - Diapositive

1
Bepaal je onderwerp en baken het af. Focus op één aspect van het onderwerp. Als je alles uitgebreid vertelt, onthoudt niemand iets.

Slide 10 - Diapositive

2
Bedenk wat jij hebt met het onderwerp. Waarom kies je dit onderwerp? Vertel dat.

Slide 11 - Diapositive

3
Oefen je presentatie. Spreek het hardop uit voor klasgenoten/familie. Zo word je helemaal vertrouwd met de zinnen die je uitspreekt. Goede acteurs en actrices spelen avond aan avond hetzelfde. Neem daar een voorbeeld aan. Het geeft je zelfvertrouwen.

Slide 12 - Diapositive

4
Wie is je publiek? Wat willen zij horen over het onderwerp? Waar zijn zij nieuwsgierig naar? Verplaats je in hun schoenen.

Slide 13 - Diapositive

5
Bedenk wat je mee kunt nemen om te laten zien. Wil je het smartboard gebruiken? Misschien wil je wel iets tekenen. Bedenk hoe je je presentatie zo boeiend mogelijk kunt maken. Hierdoor maak je het levendig.

Slide 14 - Diapositive

6
Wees voorbereid over vragen die het publiek kan stellen.

Slide 15 - Diapositive