Grammatica zinsdelen en. persoonsvorm grammatica P1

WELKOM HA1A!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM HA1A!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We starten met lekker 10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag verder doen?

  •  Herhaling 'persoonsvorm en zinsdelen'
  •  Je kan het onderwerp in een zin vinden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de persoonsvorm?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over zinsdelen?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is een werkwoord en geeft het getal en de tijd aan.

Hoe kan je deze vinden?

  • Zin in andere tijd. 
  • Getal (meervoud/enkelvoud)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonsvorm

  • Andere tijd
  • Getal (meervoud/enkelvoud)

  1. Josefien wil zaterdag graag winkelen.
  2. Haar klasgenoten wilden liever uitslapen.
  3. Ik ga liever naar de film.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zinsdelen
  • Een zin bestaat uit zinsdelen.
  • Een zinsdeel kan bestaan uit één woord, maar ook uit een paar woorden die bij elkaar horen.
  • De woorden in een zinsdeel kunnen niet uit elkaar gehaald worden.
  • Zinsdelen hebben een betekenis (een functie) binnen een zin.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter heeft aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 10 - Diapositive

Wijs iemand aan
Zoek de zinsdelen
Tussen zinsdelen zet je deze streepjes: |

Stap 1: zoek de persoonsvorm.

Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de werkwoorden.


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik gegeven.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de zinsdelen

Stap 2: zoek de rest van de werkwoorden.


Probeer maar:
De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de zinsdelen
Stap 3: welke woorden kunnen voor de persoonsvorm staan? Verander de volgorde van de zin.

De dokter | heeft | aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven

Slide 14 - Diapositive

Na deze slide zijn twee routes mogelijk:

1. naar het online schoolbord (link in volgende dia), en hier meeschrijven met de antwoorden van de leerlingen.

2. De leerlingen laten vertellen en met de dia's 14-16 nog eens kort uitleggen en illustreren hoe het werkt.
Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft| aan de patiënt een pijnlijke prik | gegeven
Aan de patiënt | heeft | de dokter een pijnlijke prik | gegeven
Een pijnlijke prik | heeft | de dokter aan de patiënt | gegeven

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de zinsdelen

De dokter | heeft | aan de patiënt | een pijnlijke prik | gegeven


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het onderwerp?
-Wie /wat + persoonsvorm.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je het nog?
Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je het nog?
Welke drie manieren zijn er om een persoonsvorm te vinden?

Wat zijn zinsdelen?

Hoe kan je een zinsdeel vinden?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je het nog?
Neem de zin over in je schrift, onderstreep de persoonsvorm en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Alle brugklassen van het Maerlant gaan volgende week op reis naar Zeeland.

2 minuten - alleen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 2
1. Vakantie blijkt voor veel mensen een bron van inspiratie.
2. Op het eerste schoolfeest gaf Sophie Daan vorige week een kus.
3. De snelste wielrenner werd beloond met een bijzondere trofee.
4. Binnen twee weken moesten de vandalen de boete betalen.
5. Jaarlijks doet Georgios mee aan het schaaktoernooi voor scholieren.
6. De lerares sprak de klas vermanend toe.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 3 + 4
Waar? Bladzijde 29
Hoe? Alleen en in stilte
Wanneer? Donderdag 30 september
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of ga aan de slag met ander huiswerk.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
Uit welke zinsdelen bestaan deze zinnen?
Schrijf de zin over, zet zinsdeelstrepen en benoem daarna alle zinsdelen.


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De baby slaapt zacht

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In de middag probeerde hij te leren

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De harige spin weefde het mooiste web

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Op het terras valt de plant opeens om

Slide 27 - Question ouverte

Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin.