quiz examen Nederlands mavo

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Quiz examen Nederlands

Hoe lang duurt het Centraal Examen Nederlands (zonder tijdverlenging)?

1. 60 minuten
2. 90 minuten
3. 120 minuten
4. 150 minuten

Uit hoeveel teksten bestaat het examen Nederlands?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Welke leesmanier gebruik je als je wil weten wat het onderwerp is van een tekst?

1. zoekend lezen
2. grondig lezen
3. kritisch lezen
4. oriënterend lezen

Op welke manier wordt een tekst over het algemeen NIET ingeleid?
Door ….

1. een deskundige voor te stellen
2. een conclusie te trekken
3. de aanleiding te noemen
4. een voor de tekst belangrijke vraag te stellen

Wat wil men weten als er wordt gevraagd naar de aanleiding van het schrijven van de tekst?

1. Wat het doel is van de tekst
2. Voor wie de tekst bedoeld is (publiek)
3. Hoe de schrijver op het idee is gekomen om over dit onderwerp te gaan schrijven
4. Welke tekstsoort het is

Een artikel bestaat uit 7 alinea’s. Welke alinea’s vormen hoogstwaarschijnlijk het middenstuk?

1. alinea 2 t/m 6
2. alinea 2 t/m 7
3. alinea 1 t/m 6
4. alinea 3 t/m 5

Wat moet je doen als je een tussenkopje moet bedenken voor meerdere alinea’s?

1. Kijken waar de eerste alinea over gaat, daar zal de rest ook over gaan
2. Zoeken naar de overeenkomst tussen die alinea’s
3. Kijken waar de hele tekst over gaat
4. Zoeken naar de hoofdgedachte van de tekst

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband reden?

1. omdat
2. want
3. daarmee
4. daarom

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband opsomming?

1. bovendien
2. zoals
3. verder
4. ook

Welke signaalwoorden horen NIET bij elkaar?

1. Maar, daarentegen, echter
2. Op voorwaarde dat, als… dan, indien
3. Waarmee, het doel is, om te
4. Ook, soms, zoals

De oogst is mislukt, doordat het al maanden ontzettend heet is.
Welk tekstverband (en volgorde) zit in deze zin?

1. gevolg-oorzaak
2. oorzaak-gevolg
3. doel-middel
4. middel-doel

Welke uitspraak is NIET objectief?

1. Er wonen in Dubai 2,1 miljoen mensen.
2. In Dubai kun je in de zomer niet buiten voetballen.
3. De meeste inwoners van Dubai komen uit India.
4. In Dubai staat de hoogste toren van de wereld.

Welke uitspraak is NIET subjectief?

1. NAC heeft afgelopen zondag de beker gewonnen.
2. Ik hoop dat NAC naar de eredivisie promoveert.
3. NAC is de beste club van de wereld!
4. Ik vind NAC een leuke club.

Wat mag je NIET doen als er gevraagd wordt een lange zin uit een tekst te citeren?

1. Met aanhalingstekens het eerste en laatste woord met puntjes ertussen noteren.
2. Met aanhalingstekens de hele zin noteren.
3. Met aanhalingstekens alleen de regelnummers noteren.
4. Met aanhalingstekens de eerste en laatste twee woorden met puntjes ertussen noteren.

Welke uitspraak over de hoofdgedachte van de tekst is NIET juist?

1. Je kunt die vaak vinden in de eerste en/of laatste alinea van de tekst.
2. Het is een zin waarin het belangrijkste staat wat er over het onderwerp wordt gezegd.
3. Dat is hetzelfde als het onderwerp van de tekst.

Welke uitspraak is juist over de afbeelding in een gebruiksaanwijzing?
De afbeelding...

1. verduidelijkt de inhoud van de tekst.
2. heb je nodig om de tekst te begrijpen.
3. heb je nodig voor de reparatie.
4. vormt een tegenstelling met de tekst.

Wat is het voornaamste doel van deze advertentie?

1. de lezer overtuigen
2. de lezer waarschuwen
3. de lezer informeren
4. de lezer tot handelen aansporen

Hoe is in deze advertentie de verhouding tussen de titel "U leest nu de krant" en de tekst daaronder?

1. de tekst maakt de titel minder schokkend
2. de titel ondersteunt de tekst
3. de tekst zorgt ervoor dat de titel wordt begrepen
4. de titel voegt een nieuw inhoudselement toe aan de tekst

Op welke manier sluit je je zakelijke brief af?

1. Tot ziens, + voor- en achternaam + handtekening
2. Met vriendelijke groet, + handtekening + voor- en achternaam
3. M.v.g. + handtekening + voor- en achternaam
4. Groeten, + handtekening + voor- en achternaam

Welke conventies gelden NIET bij een artikel?

1. titel
2. indeling in alinea’s
3. beleefd taalgebruik
4. slotformule

Het examen Nederlands start om 13.30 uur. Hoe laat moet je uiterlijk aanwezig zijn?

1. 13.30 uur
2. 13.15 uur
3. 13 uur

Als het ontruimingsalarm gaat, dan

1. ga ik zo snel mogelijk naar buiten
2. blijf ik gewoon doorwerken
3. leg ik mijn pen neer en wacht ik af
4. begin ik te gillen

Wanneer mag je de examenzaal verlaten?

1. Na het eerste uur
2. Altijd
3. Alleen op aanwijzing van de surveillant
4. Als je klaar bent