H5.4 - Oog en bril (les 1)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Dag R3A! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Dag R3B! Ga op de juiste plek zitten, zorg dat je bent ingelogd op de lessonup!

Leerdoelen:H 5.4 Oog en bril

Na deze les kan je:

1. De verschillende onderdelen van een oog benoemen
2. Uitleggen wat accomoderen is
3. Uitleggen wat verziend is
4. Uitleggen wat bijziend is
5. Wat de werking van een bril is

INLOGGEN!

Juist of onjuist
Een bolle lens is in het midden smaller dan aan de rand.

1. juist
2. onjuist

Juist of onjuist
Bij een convergerende werking gaan de lichtstralen uit elkaar.

1. juist
2. onjuist

Bij een sterkere negatieve lens is de werking

1. een grotere divergerende werking
2. een kleinere convergerende werking
3. een grotere convergerende werking
4. een kleinere divergerende werking

Opdracht.

a) Wat is de brandpuntsafstand?
b) Wat is de voorwerpsafstand?
c) Wat is de beeldafstand?

Instructie

Wat? Lees in de methode H5.4 - Oog en bril. Lees alles behalve de plus stof 

Hoe? Je doet dit in stilte.

Klaar? Begin vast aan H5.4 door een paar opdrachten te maken.

Functies van onderdelen

Pupil 

Pupil is de opening in de iris (gekleurde gedeelte van oog)

• Weinig licht --> pupil groot
• Veel licht --> pupil klein

Accommoderen

• Scherpstellen
• Boller en platter

(dicht)Bijziend

• Dichtbij goed zien!
• Te bol
• Negatieve bril

Bijziend

•  Ooglens is te sterk
  
  
• Je kan voorwerpen in de verte slecht zien
  
  
• DichtBIJ kun je goed ZIEN
  
  
• Je hebt een negatieve/holle lens nodig

Verziend

• Ver weg goed zien!
• Te zwak (plat)
• Positieve bril

Verziend

• De ooglens is te zwak 
  
  
• Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
  
  
• Je hebt een positieve/bolle lens nodig

Ga nu zelf aan de slag

Wat? Ga aan de slag met H5.4 - 1, 2, 4, 5, 6

Hoe? Je mag fluisterend overleggen.

Klaar? Ga vast leren voor PW NASK1. 

Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?

1. Iris
2. Pupil
3. Netvlies
4. Hersenen

Bij veel licht is de pupil

1. Groot
2. Klein
3. Licht heeft geen invloed op pupil

Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?

1. Revalideren
2. Accommoderen
3. Adapteren
4. Corrigeren

Wat is het probleem als je bijziend bent ?

1. Ooglens is te sterk
2. Ooglens is te zwak

Welke lens heb je nodig als je bijziend bent ?

1. negatief
2. positief