VWO1: KERN herhaling

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Startklaar: 
Telefoon in Zakkie op tafel
Laptop en huiswerk op tafel


Slide 2 - Diapositive

Agenda
  1. Vragen? We bespreken 6a (H10) en 9a (H11)
  2. Lezen
  3. Herhaling! (lxkdk -> periode 1 -> VWO1: KERN herhaling)
  4. Goed om te weten

timer
6:00

Slide 3 - Diapositive

H1: leg het verschil uit tussen verbale en non-verbale communicatie. Gebruik de term 'gebaren' in je antwoord.

Slide 4 - Question ouverte

H6: maak een zin met een bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Question ouverte

H7: zet de zin in de andere vorm:
Aya maakt de toets

Slide 6 - Question ouverte

H4: wat is het tekstdoel van 'Offerkind'?

Slide 7 - Question ouverte

H2: noem ten minste 3 verschillende voorbeelden van teksten met als tekstdoel 'informeren'

Slide 8 - Question ouverte

H3: leg het verschil uit tussen de tekstdoelen overtuigen en beschouwen

Slide 9 - Question ouverte

H6: noem de zelfstandige naamwoorden uit de volgende zin
De eigenaar werd gisteren van boord gehaald

Slide 10 - Question ouverte

H2: noem ten minste 3 verschillende voorbeelden van teksten met als tekstdoel 'informeren'

Slide 11 - Question ouverte


H10: herschrijf de zin - maak concreet
Veel studenten houden vaak meer van internet dan van boeken


Slide 12 - Question ouverte

H7: Voeg de boter toe en laat de saus vijf minuten zachtjes doorkoken.
A
Aantonende wijs
B
Aanvoegende wijs
C
Gebiedende wijs

Slide 13 - Quiz

H7: 'Ga bij de rotonde naar links'. Dit is de:
A
Aantonende wijs
B
Gebiedende wijs

Slide 14 - Quiz

H7: Staat de zin in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), onvoltooid verleden tijd (ovt), voltooid tegenwoordige tijd (vtt) of de voltooid verleden tijd (vvt)?
Tony verfde de raamkozijnen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 15 - Quiz

H7: Staat de zin in de onvoltooid tegenwoordige tijd (ott), onvoltooid verleden tijd (ovt), voltooid tegenwoordige tijd (vtt) of de voltooid verleden tijd (vvt)?
De viroloog had onderzoek gedaan naar het coronavirus onder apen.
A
ott
B
ovt
C
vtt
D
vvt

Slide 16 - Quiz

H6: noem de lidwoorden uit de volgende zin:

De eigenaar werd gisteren van boord gehaald

Slide 17 - Question ouverte

H4: wat is het tekstdoel van een reclame?

Slide 18 - Question ouverte

Goed om te weten
NUMO taak - oefenen toets

Boekopdracht = 24okt (definitieve opdracht komt in Teams)

Slide 19 - Diapositive

Hulp?
LessonUp
Boek 

 

Klaar? 
Maak alvast 9 (blz. 49) 
Opdracht 
We maken opdracht 3 samen. Maak daarna opdracht 4, 6a, 6b, 7a 
timer
7:00

Slide 20 - Diapositive