241217TR Herhaling voornaamwoorden en tijden

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
De kat slaapt op de bank.
1 / 16
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
De kat slaapt op de bank.

Slide 1 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Hij schreef gisteren een brief.

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Hij had het probleem al opgelost.

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
We zouden Minecraft hebben uitgespeeld met het verslaan van de Ender Dragon.

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Dat meisje heeft een nieuwe jas gekocht.

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Aan het einde van de schooldag waren we gesloopt.

Slide 6 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Bij mooi weer zouden we naar het bos gaan.

Slide 7 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Ik heb net mijn huiswerk gemaakt.

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Ik zal elke dag een appel eten.

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Ik zal straks altijd weten in welke tijd een zin staat.

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Over een tijdje zal de bel gegaan zijn.

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Ik eet elke dag een appel.

Slide 12 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Tegen de middag zal mijn werk voltooid zijn.

Slide 13 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Hij zou volgende week
op vakantie gaan.

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
We zouden de wedstrijd hebben gewonnen met slechtere tegenstanders.

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de zin naar de goede tijd:
ott (onvoltooid tegenwoordige tijd)
ovt (onvoltooid verleden tijd)
vvt (voltooid verleden tijd)
vtt (voltooid tegenwoordige tijd)
ottt (onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd)
ovtt (onvoltooid verleden toekomende tijd)
vttt (voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
vvtt (voltooid verleden toekomende tijd)
Wij werkten samen aan een opdracht.

Slide 16 - Question de remorquage