Oefentoets Hfd. 3
Met welke scheidingsmethode kun je een oplossing scheiden?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Condenseren
1 / 10
Éléments de cette leçon
Met welke scheidingsmethode kun je een oplossing scheiden?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Condenseren
Slide 1 - Quiz
Wat is een scheidingsmethode waarmee je een suspensie kan scheiden?
Slide 2 - Question ouverte
Waar of niet waar?
Destilleren is een chemische reactie
Destilleren is een chemische reactie
Slide 3 - Question ouverte
Een glas limonade (250ml) bevat 4% siroop. Hoeveel ml siroop bevat het glas?
A
5,0 mL
B
10,0 mL
C
2,5 mL
D
12,5 mL
Slide 4 - Quiz
Bij het koffiezetten voeg je water toe aan gemalen koffie.
a. Wat is de funtie van het water?
b. Wat is een andere naam voor het water in dit geval?
a. Wat is de funtie van het water?
b. Wat is een andere naam voor het water in dit geval?
Slide 5 - Question ouverte
Mevrouw Visser voert een destillatie uit. Ze destilleert een mengsel van ether (kp 34,6) en ethanol (kp 78,4). Wat is bij deze destillatie het destillaat?
A
Ethanol
B
Ether
Slide 6 - Quiz
Bij destilleren blijft er een vloeistof achter in de destillatiekolf. Hoe noem je deze vloeistof?
Slide 7 - Question ouverte
In een gasfilter zit Norit. Uit welke stof bestaat Norit?
Slide 8 - Question ouverte
Hoe heet de scheidingsmethode waar Norit voor nodig is?
Slide 9 - Question ouverte
Zeewater bevat 37 g zout per liter. Hoeveel kg zout zit er in 1250 L zeewater?
