Woordsoorten -vragend -aanwijzend voornaamwoord.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

woordsoorten.

Herhalen; lw,zn,ww, bn,vz.

vragend -en aanwijzend voornaamwoord.

welke zijn de lidwoorden?

1. die, dat, deze
2. een de
3. de het
4. de het een

Welke woorden zijn werkwoorden?

1. boek, schrift, vakantie
2. huilen, dansen, spelen
3. bouwvakker, lasser, timmerman
4. mooie, lieve, houten

Hoeveel werkwoorden staan er in onderstaande zin?

Ik heb gisteren de hele dag kunnen oefenen met voetballen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zelfstandige naamwoorden?
Wie veel verdriet heeft, mag best een keer huilen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zelfstandige naamwoorden?
Het boek ligt in de boekenkast op de eerste verdieping.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Het GROENE bankje staat op het gras.

1. voorzetsel
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Ik ga mee NAAR de bioscoop.

1. voorzetsel
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

COEN heeft gespaard voor een nieuw skateboard.

1. voorzetsel
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Ik LAG net heerlijk te slapen!

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. (hulp)werkwoord
4. voorzetsel

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik HEB net een tosti met ketchup gegeten.

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

De pen zit IN de tas.

1. aanwijzend voornaamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. lidwoord

Mijn schilderij is erg mooi GEWORDEN.

1. zelfstandig werkwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. zelfstandig naamwoord

De ZWEEDSE gehaktballetjes zijn erg lekker.

1. voorzetsel
2. zelfstandig naamwoord
3. persoonlijk voornaamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

aanwijzend voornaamwoord

Wat weet jij al van het vragend voornaamwoord?

Welke van de onderstaande is een
VRAGEND voornaamwoord?

1. wanneer
2. welke
3. mijn
4. ik

Welke van de onderstaande is een
BEZITTELIJK voornaamwoord?

1. die
2. welke
3. mijn
4. ik

Welk woord hoort niet in het rijtje?

WAAR - WIE - WELKE - WAT

1. waar
2. wie
3. welke
4. wat

WAAR is geen vragend voornaamwoord, de rest wel.

Welk woord hoort niet in het rijtje?

DIE - DIT - DAAR - DEZE

1. die
2. dit
3. daar
4. deze

DAAR is geen aanwijzend voornaamwoord, de rest wel.

Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?

1. wanneer
2. waar
3. wie
4. waarom

In welk rijtje staan alléén aanwijzend voornaamwoorden?

1. die, daar, zulke, onze
2. mijn, hij, jullie, mooie
3. die, dat, deze, zulke, zo'n
4. ik, die, deze, op, achter

In de zin 'Waar ga jij naartoe op je skateboard?' is het woord WAAR een:

1. vragend voornaamwoord
2. bijwoord
3. voorzetsel
4. bezittelijk voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord (a vnw)

Er zijn vier aanwijzende voornaamwoorden. 

Die’ en ‘deze’ gebruik je bij de-woorden, ‘dit’ en ‘dat’ gebruik je bij het-woorden: 

Vragend voornaamwoord

Vragend voornaamwoord (v vnw) De vragende voornaamwoorden zijn wie, wat, welke, wat voor (een). Ze staan meestal aan het begin van een vraagzin: 

Vragend voornaamwoord

Let op!

Woorden als waar, waarheen, wanneer en hoe zijn géén vragende voornaamwoorden

Noem de vier vragende voornaamwoorden (onder elkaar).

Noem 5 aanwijzende voornaamwoorden (onder elkaar).

Noem de voer vragende voornaamwoorden (onder elkaar).

Wat vond je van de les?

1. 
2. 
3. 
4.