Test je kennis over de circulaire economie.

Test je kennis over
de circulaire
economie.

1 / 8
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 8 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Test je kennis over
de circulaire
economie.

Slide 1 - Diapositive

Test je kennis over
de circulaire
economie.

Slide 2 - Diapositive

In 2016 stelde Nederland zich een ambitieus doel: een volledig circulaire economie in 2050. Wat houdt zo’n circulaire economie precies in?
A
Een circulaire economie is niet afhankelijk van andere landen: alle benodigde grondstoffen komen uit Nederland zelf
B
In een circulaire economie wordt winst eerlijk over de gehele productieketen verdeeld
C
Een circulaire economie draait volledig op hergebruikte grondstoffen en produceert geen afval
D
In een circulaire economie veroorzaakt de productie van goederen geen CO2-uitstoot

Slide 3 - Quiz

Recyclen blijkt nog niet zo eenvoudig. Neem bijvoorbeeld de anderhalf miljoen matrassen die jaarlijks in Nederland worden afgedankt. Waardoor zijn deze moeilijk te recyclen?
A
Doordat matrassen pas worden weggegooid als ze erg versleten zijn
B
Doordat matrassen vaak jaren te droog bewaard zijn
C
Door het type stof dat voor de meeste matrassen gebruikt wordt
D
Door de hoeveelheid lijm die gebruikt wordt bij het produceren

Slide 4 - Quiz

3. Voor de textielindustrie wil het kabinet een producentenverantwoordelijkheid invoeren. De productie van nieuwe kleding schaadt het milieu namelijk zeer. Hoeveel kleding koopt een gemiddelde Nederlander in een jaar tijd?
A
Vijf kledingstukken en een paar schoenen
B
Tien kledingstukken en drie paar schoenen
C
Twintig kledingstukken en zes paar schoenen
D
veertig kledingstukken en twaalf paar schoenen

Slide 5 - Quiz

4. De voedselproductie heeft een groot effect op de wereldwijde CO2-uitstoot. Met het tegengaan van voedselverspilling valt daarom een wereld te winnen. Op welke plek in de voedselketen zijn de milieueffecten van verspilling het grootst?
A
Bij voedsel dat direct na de oogst vernietigd wordt, omdat het bijvoorbeeld niet verkocht kan worden
B
Bij voedsel dat tijdens het transport bederft
C
Bij voedsel dat door de supermarkt wordt vernietigd
D
Bij voedsel dat door de consument wordt weggegooid

Slide 6 - Quiz

5. Van de 800 miljoen kleine plastic flesjes die jaarlijks verkocht worden, belanden er 100 miljoen op straat. Om dat aantal te verminderen besloot het kabinet in april vorig jaar ook voor deze flesjes statiegeld in te voeren. Wanneer gaat dat in?
A
Per 1 juli 2021
B
Per 1 januari 2022
C
Per 1 juli 2022
D
Per 1 januari 2023

Slide 7 - Quiz

6. De opbrengsten van afvalstromen als glas, plastic en papier nemen steeds verder af. Wat is de reden dat ingezameld plastic minder opbrengt?
A
Het recyclen van nieuwe plasticsoorten is duur
B
In de coronapandemie is de stroom afval afgenomen
C
Ingezameld plastic is steeds vaker vervuild
D
China koopt grote hoeveelheden plastic afval op

Slide 8 - Quiz