Oefentoets H2

Oefentoets H2
Vermeerderen, telen en oogsten
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets H2
Vermeerderen, telen en oogsten

Slide 1 - Diapositive

Hoe kan een plant zich generatief vermeerderen?
A
met stekpoeder
B
via de bast
C
via delen van het blad, de stengel of de wortel
D
via zaden

Slide 2 - Quiz

Hoe kweek je nieuwe soorten planten?
A
door planten af te leggen
B
door planten te kruisen
C
door planten te scheuren
D
door planten te stekken

Slide 3 - Quiz

Techniek waarbij je een stukje bast met een oog gebruikt voor vermeerdering. Over welke vermeerderingstechniek gaat dat?
A
afleggen
B
enten
C
oculeren
D
scheuren

Slide 4 - Quiz

Welke vier factoren zijn groeifactoren voor planten?
Sleep de groeifactoren voor planten naar het rode vak.

Slide 5 - Question de remorquage


Wat zie je op de afbeelding?
A
een bol
B
een knol
C
een wortelstok

Slide 6 - Quiz

Welke delen van de planten kun je oogsten om te gebruiken? Sleep het plantendeel naar het product.
blad
bloem
stengel
knol
vrucht
zaad

Slide 7 - Question de remorquage

Waar houdt een kweker rekening mee als hij het tijdstip van oogsten bepaalt?
A
De dag van de week, vraag en aanbod en het weer
B
De oogstrijpheid, de dag van de week en het weer
C
De oogstrijpheid, vraag en aanbod en het weer
D
Het gewicht van het product en vraag en aanbod

Slide 8 - Quiz

Er zijn verschillende vormen van stekken.
Sleep het plaatje naar de bijbehorende stekvorm.
bladstek
kopstek
wortelstek

Slide 9 - Question de remorquage

Wat doet een kweker als hij komkommers sorteert?
A
Hij gebruikt een machine om slechte komkommers eruit te halen.
B
Hij legt komkommers met dezelfde omvang en vorm bij elkaar.
C
Hij maakt een mix van grote, kleine en kromme komkommers.
D
Hij pikt de kromme komkommers er met de hand uit.

Slide 10 - Quiz

Welke elementen zijn het belangrijkste bij het bewaren van een product?
A
luchtvochtigheid en koolstofdioxidegehalte in de ruimte
B
stapelmethode, temperatuur en hoeveelheid zonlicht
C
temperatuur, hoeveelheid licht en luchtvochtigheid
D
temperatuur, zuurstofgehalte en aantal vierkante meters van de opslagruimte

Slide 11 - Quiz