20241014 past simple negative and questions

Past simple
Aan het einde van deze les weet jij hoe je de past simple toepast in ontkennende zinnen en vraagzinnen. 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Past simple
Aan het einde van deze les weet jij hoe je de past simple toepast in ontkennende zinnen en vraagzinnen. 

Slide 1 - Diapositive

Review
Hoe zat het alweer met gewone zinnen in de past simple (verleden tijd)?
Maak de online opdracht in de volgende dia.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

even checken je het al weet:
Maak een ontkennende zin van deze:
I watched a movie.

Slide 4 - Question ouverte

Ontkennende zin in de verleden tijd:
Voeg did not / didn't toe.

Na didn't volgt altijd het hele werkwoord (=de stam)

I didn't study for the test. 
She didn't drive the car. 

Slide 5 - Diapositive

Aantekening
Let op: 
was -> wasn't
were -> weren't

Bij was en were heb je geen 'did' nodig! 

Slide 6 - Diapositive

Turn the sentences into a negative one:
The boy listened to the teacher.

Slide 7 - Question ouverte

Turn the sentences into a negative one:
My sister and I talked about boys.

Slide 8 - Question ouverte

Vraagzin in de verleden tijd? 
Voeg did toe. Hierna volgt het onderwerp van de zin en het hele werkwoord. 

Did you see your friend yesterday?
When did she go home? 

Slide 9 - Diapositive

Aantekening
Let op: bij ontkennende zinnen of vraagzinnen gebruik je dus na did of didn't alleen het hele werkwoord! 

I bought a hamburger -> 
  I didn't buy a hamburger.
  Did you buy a hamburger?

Slide 10 - Diapositive

practise time! 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Welke twee woorden heb je nodig om een ontkennende zin te maken in de verleden tijd?

Slide 14 - Question ouverte

Welk woord heb je nodig om een vraagzin in de verleden tijd te maken?

Slide 15 - Question ouverte

Wat volgt er altijd na did of didn't?

Slide 16 - Question ouverte