Inversie

Woordvolgorde herhalen en oefenen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde herhalen en oefenen

Slide 1 - Diapositive

Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp persoonsvorm iets anders  (OPA)

Jan  loopt naar school
Ik werk elke dag

Slide 2 - Diapositive

Weten jullie het nog?
  • Gewone zin 
  • Inversie
  • Samengestelde zin:
      twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin

Slide 3 - Diapositive

Zin met inversie (apo)
Als de zin met iets anders dan het onderwerp begint, bijvoorbeeld de tijd of de plaats:
Anders persoonsvorm onderwerp

Morgen ga ik voetballen
Om vijf uur kom ik 

Slide 4 - Diapositive

Zin met gewone volgorde
Zin met inversie
Gisteren ben ik gevallen
Ik hou van pannenkoeken
Patat vind ik niet lekker.
Jan en Piet voetballen samen
Over een week begint de vakantie

Slide 5 - Question de remorquage

Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar het werk elke dag gaan

Slide 6 - Question ouverte

Goede zinnen
Wij gaan elke dag naar het werk.
Elke dag gaan wij naar ons werk.



Slide 7 - Diapositive

Maak zelf TWEE goede zinnen met de volgende woorden:
Jan elke avond kijken wil televisie

Slide 8 - Question ouverte

Maak een goede zin met alle woorden:
als jarig Hans is hij een feest geeft

Slide 9 - Question ouverte

Goede zinnen:
Als Hans jarig is, geeft hij een feest.
Hans geeft een feest, als hij jarig is.


Slide 10 - Diapositive

Maak een goede zin met al deze woorden:

ik doe koud wanneer het is aan een warme jas

Slide 11 - Question ouverte

Goede zinnen
Ik doe een warme jas aan, wanneer het koud is.
Wanneer het koud is, doe ik een warme jas aan.



Slide 12 - Diapositive

Welke zin is NIET goed
A
Omdat het al laat is, ik ga snel naar huis.
B
Omdat het al laat is, ga ik snel naar huis.
C
Ik ga snel naar huis, omdat het al laat is.
D
Ik ga snel naar huis, want het is al laat.

Slide 13 - Quiz

Hoe gaat het nu bij jou met de woordvolgorde in de zinnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage