Online les klas 1KBL les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom

Je hebt een online les van 30 minuten voor het vak biologie

Je hebt je boek nodig voor deze les. 

Zorg dat je deze erbij pakt.

Wat gaan we doen?

1. Lesopening

2. Absentie

3. Uitleg

4. Lesafsluiting

Lesopening

Hoe gaat het met je?

Absentie

Wanneer ik je naam noem: zeg dan even iets zodat ik weet dat je aanwezig bent bij de les.

Of typ even iets in de chat in Teams.

Wat gaan we doen?

Pak je boek voor je op pagina 116

Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat een weefsel is
2. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

Cellen

Alle organismen bestaan uit cellen. Cellen zijn de bouwstenen van een organisme. Cellen zijn erg klein. Je kunt ze alleen zien onder een microscoop. Cellen zijn doorzichtig. Om ze goed te kunnen zien onder een microscoop, worden ze gekleurd.

Cellen, hoe zien ze eruit?

De vorm van een cel heeft te maken met zijn functie

Van cel tot organisme

Voorbeeld 

weefsels in planten

Ook een blaadje bestaat uit meerdere weefsels!

weefsels plant

Een plant heeft ook weefsels. Je ziet boven en onder "vierkantjes" dit noemen we de opperhuid.

in de opperhuid zitten kleine openingen dit noemen we huidmondjes.

Via de huidmondje wordt koolstofdioxide opgenomen en zuurstof afgegeven.

Water wordt ook via de huidmondjes afgegeven daarom zitten ze alleen aan de onderkant want dan verdampt er minder water. 

Bij de kans op uitdroging of teveel verdampen van water sluiten de huidmondjes. 

Huiswerk

Lezen pagina 116+117 in je boek

Maken pagina 117 opdracht 1 t/m 6 in je boek.

Lesafsluiting

1. Je kunt uitleggen wat een weefsel is
   
2. Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie

Een hart bestaat uit alleen maar spierweefsel

1. Waar
2. Niet waar

Huidmondjes zitten vooral aan de onderkant van bladeren

1. Waar
2. Niet waar

Afsluiting

Heb je vragen?

Dan kun je deze nu stellen of stuur een e-mail/chatbericht

Een weefsel is een groep cellen met verschillende vormen en functies

1. Waar
2. Niet waar