Het oog H5.5

Planning 26-2-'21
Herhalen
Het oog
Licht als een golf
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Planning 26-2-'21
Herhalen
Het oog
Licht als een golf

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie dingen die je nog weet van over het hoofdstuk: licht.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

H5.5 Het oog

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

We zien met onze ogen. Hoe zien we met onze ogen?
De lichtstraal komt eerst binnen door het hoornvlies, gaat vervolgens door de pupil door de lens, door het glasachtiglichaam en komt op het netvlies terecht. Het netvlies bestaat uit lichtgevoelige cellen (cellen die reageren op licht). deze cellen geven het signaal door aan de oogzenuw en vanaf de oogzenuw geeft het door aan de hersenen.

De pupil is het gat in de iris
Pupillen
Pupillen kunnen groter en kleiner worden. 

Als er veel licht op het oog komt wordt de pupil kleiner (iris groter).
Als er weinig licht op het oog komt, wordt de pupil groter (iris kleiner)

Slide 5 - Diapositive

Pupillen zijn het zwarte gat, binnen de iris. De pupil laat het licht door zodat het licht op het netvlies kan vallen. Als er te veel licht op het netvlies komt, kan het beschadigd raken. De pupil/iris regelen samen de lichtintensiteit, zoals bij het diafragma van een microscoop. 
Hoe zorgt het oog er voor dat er niet te veel licht op het netvlies komt?
A
Iris wordt groter, pupil wordt kleiner.
B
Iris wordt kleiner, pupil wordt groter.
C
Iris wordt groter, pupil wordt groter.
D
Iris wordt kleiner, pupil wordt kleiner.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming
In het oog zit de ooglens. Deze lens kan platter en boller worden. Dit noem je accommoderen. 

Door te accommoderen kun je dingen scherp zien als ze veraf of dichtbij zijn.

Dichtbij = bolle lens
veraf = platte lens

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bijziend en verziend
Soms werken de ogen niet goed. Dan heb je een bril nodig. 

Als je een bril nodig hebt, ben je bij- of verziend.

Bijziend zie je dingen van dichtbij goed.
Verziend, zie je dingen van veraf goed

Slide 8 - Diapositive

Bijziend en verziend zijn afwijkingen aan het oog. De oog lens kan dan niet goed accommoderen of het glasachtiglichaam is niet de juiste lengte voor de ooglens.

Hierdoor ga je onscherp/wazig zien. Je hebt dan een bril nodig. De bril is een extra lens, die zorgt dat de ooglens minder hard zijn best hoeft te doen.
Bijziend
Bijziend:
Dichtbij goed
veraf slecht

Negatieve lenzen in de bril.

Slide 9 - Diapositive

Bijziend, mensen dragen brillen met negatieve lenzen. 

Dit zijn vaak de mensen die altijd (met uitzondering van douchen en slapen e.d.) een bril dragen.
verziend
verziend:
veraf goed
dichtbij slecht

Positieve lens in de bril

Slide 10 - Diapositive

Verziend zijn de mensen die van dichtbij niet goed kunnen zien. Een vorm van verziend is oudziend (slecht zicht door ouderdom).

De mensen die verziend zijn, dragen een bril tijdens het lezen. 

Een positieve lens bril, wordt ook wel een leesbril genoemd.
Oudere mensen zijn vaak oud-ziend. Ze kunnen dan vaak niet goed meer lezen. Is dit ver- of bijziend?
A
Verziend
B
Bijziend

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

contactlenzen
Contactlenzen

Plastic lens, die je op het oog 'plakt'.

2 soorten: harde of zachte

Pas op met warme dingen, waardoor de lens kan smelten. De lens smelt dan aan het oog vast.

Slide 12 - Diapositive

Contact lenzen zijn plastic schijven die op het traanvocht van de oogbol worden aangebracht. Contact lenzen zijn er zowel positief als negatief, het is van de buitenkant moeilijk tot niet te zien welke van de 2 de contactlens is. 

Er zijn verschillende soorten contact lenzen:
Harde/ zachte
Gekleurde/ transparante
Type (extra zuurstof doorlatende)
H5.6 Licht als golfbeweging

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichtstralen bewegen zich als golven.
We noemen dit: lichtgolven.

Deze golven kunnen op en neer gaan, maar ook van links en rechts (en alles er tussen in).

Lichtgolven kunnen door sommige tussenstoffen (zoals lucht en water), maar ook door vacuüm.


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht kan door sommige tussenstoffen. Door welke stof kan licht niet?
A
Water
B
Lucht
C
Beton
D
Hout

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige zonnebrillen zijn gepolariseerd, zodat er niet te veel licht in je ogen komt.

polarisatie-filter laat lichtgolven met maar 1 soort golfrichting door.

zonnebril glazen die zijn gepolariseerd heten:
Polaroid-glazen


Slide 16 - Diapositive

gepolariseerde zonnebrillen laten alleen lichtdoor met 1 golfrichting. 

De andere lichtsgolven komen niet door het filter heen.

Een beetje zoals geld in een spaarvarken doen. Alleen als het muntje de juiste richting heeft, gaat het muntje er in.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions