Kernzinnen, hoofdgedachte, hoofdzaken

Hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
Ik weet hoe ik hoofdzaken, bijzaken en kernzinnen kan vinden.

Slide 2 - Diapositive

Uit welke drie onderdelen is een tekst opgebouwd?

Slide 3 - Diapositive

Inleiding
Middenstuk
Slot
Indeling tekst

Slide 4 - Diapositive

Hoofdzaken en bijzaken
De belangrijke informatie in een tekst noem je de hoofdzaken.
Wat niet zo belangrijk is zijn de bijzaken.

Slide 5 - Diapositive

Hoofdzaken
Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

  • Inleiding
  • Slot
  • Kernzinnen
Bijzaken
Minder belangrijke informatie, maken de hoofdzaken duidelijker.
  • voorbeeld
  • herhaling
  • uitleg
  • cijfers
  • details

Slide 6 - Diapositive

Kernzin
= belangrijkste zin in een alinea.
= vaak eerste of laatste zin van alinea.
In kernzin: staat vaak hoofdzaak.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Video
Bekijk video: https://apps.noordhoff.nl/se/content/theme/f232d254-a647-4877-8548-59dbaaab1be5/contenthub 

Slide 9 - Diapositive

Wat is een kernzin? Waar vind je de kernzin?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Welke zin is een hoofdzaak?
A: De burgemeester bezocht afgelopen week mw. De Vries op haar honderdste verjaardag.

B: Mw. De Vries woont in een verzorgingstehuis.

Slide 12 - Diapositive

Welke zin is een hoofdzaak?

A
De burgemeester ..... verjaardag.
B
Mw. De Vries..... verzorgingstehuis.

Slide 13 - Quiz

Welke zin is een hoofdzaak?
A: De burgemeester bezocht afgelopen week mw. De Vries op haar honderdste verjaardag.

B: Mw. De Vries woont in een verzorgingstehuis.

Slide 14 - Diapositive

Welke zin is een hoofdzaak?
A: Alle leerlingen zijn vorige week geslaagd voor het verkeersexamen!

B: De leerlingen moesten een route door het dorp fietsen.

C: De fietsen werden voor het examen eerst gekeurd.

Slide 15 - Diapositive

Welke zin is een hoofdzaak?
A
Zin A
B
Zin B
C
Zin C

Slide 16 - Quiz

Welke zin is een hoofdzaak?
A: Alle leerlingen zijn vorige week geslaagd voor het verkeersexamen!

B: De leerlingen moesten een route door het dorp fietsen.

C: De fietsen werden voor het examen eerst gekeurd.

Slide 17 - Diapositive

Belangrijk
Hoofdzaken
- Feiten, jaartallen of eigenschappen.
- Meestal aan begin of einde.
- Samenvatting: alleen de hoofdzaken opschrijven.
Bijzaken
- Extra uitleg en voorbeelden.
- Maken tekst duidelijker, leuker, beter te begrijpen.




Slide 18 - Diapositive



Elke alinea
heeft zijn
eigen
hoofdzaak

Slide 19 - Diapositive

Opdracht (huiswerk)
Ga naar:  https://www.nu.nl/tweakers/6335520/ouders-kunnen-binnenkort-zien-met-wie-kinderen-op-snapchat-locatie-delen.html

1: omcirkel: inleiding, kern en slot (of noteer regelnummers)
2: zoek de kernzinnen (onderstreep of schrijf op)
3: zoek hoofdzaken (onderstreep / schrijf op)


Slide 20 - Diapositive