Sleepvragen bij hoofdstuk 2

Zet de begrippen op de juiste plaats
Oceanische korst
Continentale korst
Mantel
Kern
Lithosfeer
1 / 26
suivant
Slide 1: Question de remorquage
AardrijkskundeMiddelbare school

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Zet de begrippen op de juiste plaats
Oceanische korst
Continentale korst
Mantel
Kern
Lithosfeer

Slide 1 - Question de remorquage

Zet de foto's op de juiste plaats

Slide 2 - Question de remorquage

Vul de begrippen in op de juiste plek
Continent - Continent
Oceaan - continent
Plooiingsgebergte
Geen
Zwaarste
Zeer zwaar
Explosief
Heuvelachtig

Slide 3 - Question de remorquage

Magmakamer
Stratovulkaan
Subductie
Diepzeetrog
Slab pull

Slide 4 - Question de remorquage

Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte

Slide 5 - Question de remorquage

Stelling: Zonder zon zou de luchtdruk (vrijwel) gelijk zijn
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 6 - Quiz

Het land warmt op. De lucht zet uit en wordt lichter dan de omgeving
Omdat de lucht lichter is dan de omgeving stijgt deze op
Hier is het koud. De lucht koelt af en krimpt. 
De koelere zwaardere lucht daalt

Slide 7 - Question de remorquage

Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 8 - Question de remorquage

De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert

Slide 9 - Question de remorquage

Herhaling van vorige les
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Minimum
Maxiumum
Droog
Zonnig
Bewolkt
Neerslag
Weinig luchtdeeltjes
Veel luchtdeeltjes
Lucht stijgt
Lucht daalt

Slide 10 - Question de remorquage

Wat is het corioliseffect?

Slide 11 - Carte mentale

Wat is het de wet van Buys Ballot?

Slide 12 - Carte mentale

Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied

Slide 13 - Question de remorquage

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog

Slide 14 - Question de remorquage

Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
In juni geeft de zon de meeste energie aan de kreeftskeerkring
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog

Slide 15 - Question de remorquage

Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel
Hier regent het vooral in de zomer

Slide 16 - Question de remorquage

ITCZ in Zuid-Oost Azië: Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plaats

Slide 17 - Question de remorquage

Welk type water is het zwaarst?
A
Koud & zout water
B
Warm & zout water
C
Koud & zoet water
D
Warm & zoet water

Slide 18 - Quiz

De nabijheid van water leidt tot:
A
Een groter temperatuurverschil tussen dag & nacht
B
Een kleiner temperatuurverschil tussen dag & nacht

Slide 19 - Quiz

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 20 - Question de remorquage

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
Tropisch Klimaat
Gemiddelde maandtemperatuur nooit lager dan 18 graden
Droge / aride klimaten
Max 400 mm neerslag per jaar
Zeeklimaten
Temperatuur koudste maand gemiddeld tussen -3 en +18 graden
Landklimaten
Koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan +10
Poolklimaat
Warmste maand gemiddeld kouder dan +10

Slide 21 - Question de remorquage

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Winterdroogte
Zomerdroogte
Droogteseizoen faalt
Steppe
Woestijn
Toendra
Vriest
s
w
f
F
T
W
S

Slide 22 - Question de remorquage

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Savanne
Tropisch Regenwoud
Droog; er groeien struikjes en gras, maar geen bomen. 
Te droog voor begroeiing
Koud, maar begroeiing mogelijk
IJskap
s
w
f
F
T
W
S

Slide 23 - Question de remorquage

Slide 24 - Question de remorquage

Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone

Slide 25 - Question de remorquage

Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen. 
 In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien. 
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen. 
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten. 

Slide 26 - Question de remorquage