Spelling V5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Spelling havo 5

We doen startopdracht 1 en  2 p. 377 - 378 samen

Kies de juiste spelling

1. Linker voorband
2. linkervoorband

Uitleg

linker en rechter schrijf je bij onderdelen van voertuigen aan het woord vast.

Kies de juiste spelling

1. zuurstof doorlatend
2. zuurstofdoorlatend

Uitleg

zuurstofdoorlatend: samengestelde bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aaneen.

Wat is de juiste spelling

1. er tegen aan
2. er tegenaan
3. ertegenaan
4. ertegen aan

Uitleg

ertegenaan: voornaamwoordelijke bijwoorden schrijf je aaneen.

Hoe spel je de volgende woorden (meerdere antwoorden goed)

1. Spinnenweb
2. Spinnenwiel
3. Spinneweb
4. Spinnewiel

Waarom spel je spinnenweb met N en spinnenwiel zonder N?

Wat is de juiste spelling?

1. Dorpsstraat
2. Dorpstraat

Waarom schrijf je roggebrood zonder tussen -n?

Tenslotte

Ten slotte

Uiteindelijk

Aan het einde

Welk woord zou je anders schrijven in de volgende zin: ' Door een koolhydraatarm dieet te volgen is hij in korte tijd 10 kilo afgevallen.

1. koolhydraatarm
2. 10
3. afgevallen

Kies de juiste spelling

1. Geboortegolf
2. Geboortengolf

Kies de juiste spelling

1. Komijnkaas
2. Komijnekaas
3. Komijnenkaas

Kies de juiste spelling

1. Gezinsituatie
2. Gezinssituatie

Kies de juiste spelling

1. Onze Lieve Vrouwe Basiliek
2. Onze Lievevrouwebasilliek
3. Onzelievevrouwebasiliek
4. Onze lieve Vrouwebasiliek.

Welke vormen zijn fout gespeld?

1. KPN
2. dhr.
3. w.c.
4. VWO

Welke woorden? zijn fout gespeld?

1. Enquete
2. Elektricien
3. Abonné
4. gene

Welke woorden zijn fout gespeld?

1. zestig
2. 8
3. vier miljoen
4. 1,8 miljard

Welke woorden zijn fout gespeld?

1. éénpansgerecht
2. een van de beste renners
3. een en ander
4. eenzelvig

Samenstellingen (p. 402)

Basis:
1. Je schrijft samenstellingen zo veel mogelijk aan elkaar.Alleen een streepje als samenstelling moeilijk te lezen is: video-installatie, auto-ongeluk.
2. Schrijf op wat je hoort.
Samenstellingen met tussen –n
3. –en schrijf je als het eerste gedeelte een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud heeft op –en: pannenkoek, paardenbloem.
4.Uitzondering: een toonloze –e zoals bij invalide, dan schrijf je ook –en: invaliden

Uitzonderingen

Samenstellingen zonder tussen –n
5. Het eerste deel heeft geen meervoud: tarwebrood
6. Het eerste deel heeft alleen een meervoud op –s: aspergeteler, scorekaart.
7. Het eerste deel heeft zowel een meervoud –op –n als op –s: groenteman, gedachtewisseling.
8. Het eerste deel is een werkwoord: huilebalk, knorrepot.
9. Het is een versteende uitdrukking: bullebak, ruggespraak.
10. Er is er maar één van: maneschijn, zonnebril
Samenstellingen met tussen –s
11 Als je de s hoort, schrijf je hem. Kun je de –s niet horen, vervang het tweede deel door een ander woord: stadsmuur  stadscentrum