Verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Deze les

 Verkleinwoorden,tussenletter(s) in samenstellingen en lastige gevallen.
Slot: Staan of zitten (petje op, petje af)

Verkleinwoorden

wc-tje of wc'tje?

Antwoord: wc'tje.

Uitleg:
Bij cijfer- en letterwoorden schrijf je -'tje.

Tussenletter(s) in samenstellingen

Ziekebezoek of ziekenbezoek?

Antwoord: ziekenbezoek.

Uitleg:
Zet -(en)- bij samenstellingen waarvan het eerste deel alleen een meervoud heeft op -n of -en.

Secondenwijzer of secondewijzer?

Antwoord: secondewijzer.

Uitleg:
Schrijf geen -n- als het eerste deel van de samenstelling eindigt op de e (van de) en een meervoud heeft op -n en -s.

Opdracht

Kies telkens het juiste woord in de tekst.

Staan of zitten?

Staan: Stelling is goed.
Zitten: Stelling is fout.

Het woord ''dinertje'' is goed gespeld.

Antwoord: staan.

De regel luidt: Franse leenwoorden die eindigen op -ir, -ier en -er krijgen de uitgang -tje.

Het woord ''waardeoordeel'' is fout gespeld.

Antwoord: zitten.

Het woord ''stekeblind'' is goed gespeld.

Antwoord: staan.

Uitleg: het gaat hier om een versterkt bijvoegelijk naamwoord.

Het woord ''schattebout'' is goed gespeld.

Antwoord: staan.

Uitleg:
Het eerste deel is niet (meer) herkenbaar als een apart woord.

Het woord ''aspergesoep'' is goed gespeld.

Antwoord: staan.

Het woord ''A-4'tje'' is fout gespeld.

Antwoord: staan.

Het woord ''pyjamaatje'' is goed gespeld.

Antwoord: staan.

Het woord ''hondehok'' is goed gespeld.

Antwoord: zitten.

Uitleg: zet -(e)n- bij samenstellingen waarvan het eerste deel alleen een meervoud heeft op -n of -en.