Werkwoorden poetsen, komen, leren, horen
1 / 38
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
komen
A
komt
B
komen
C
kom
Slide 3 - Quiz
komen
A
komt
B
komen
C
kom
Slide 4 - Quiz
komen
A
komt
B
komen
C
kom
Slide 5 - Quiz
komen
A
komt
B
komen
C
kom
Slide 6 - Quiz
Ik ...... op tijd.
Slide 7 - Question ouverte
Jij ...... op tijd.
Slide 8 - Question ouverte
Wij ...... op tijd.
Slide 9 - Question ouverte
De jongen ...... op tijd.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
poetsen
A
poets
B
poetst
C
poetsen
Slide 12 - Quiz
poetsen
A
poets
B
poetst
C
poetsen
Slide 13 - Quiz
poetsen
A
poets
B
poetst
C
poetsen
Slide 14 - Quiz
poetsen
A
poets
B
poetst
C
poetsen
Slide 15 - Quiz
Hij .... de tafel.
Slide 16 - Question ouverte
Ik .... de tafel.
Slide 17 - Question ouverte
Het meisje .... de tafel.
Slide 18 - Question ouverte
De leerlingen .... de tafel.
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
leren
A
leren
B
leer
C
leert
Slide 21 - Quiz
leren
A
leren
B
leer
C
leert
Slide 22 - Quiz
leren
A
leren
B
leer
C
leert
Slide 23 - Quiz
leren
A
leren
B
leer
C
leert
Slide 24 - Quiz
De leerling ... de woorden.
Slide 25 - Question ouverte
De leerlingen ... de woorden.
Slide 26 - Question ouverte
Ik ... de woorden.
Slide 27 - Question ouverte
De jongen ... de woorden.
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
horen
A
hoor
B
hoort
C
horen
Slide 30 - Quiz
horen
A
hoor
B
hoort
C
horen
Slide 31 - Quiz
horen
A
hoor
B
hoort
C
horen
Slide 32 - Quiz
horen
A
hoor
B
hoort
C
horen
Slide 33 - Quiz
De juf ... met haar oor.
Slide 34 - Question ouverte
De leerlingen ... een geluid.
Slide 35 - Question ouverte
De jongen ... een geluid..
Slide 36 - Question ouverte
Ik ... een geluid.
