Verbindend samenwerken in de zorg

Verbindend samenwerken in de zorg
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verbindend samenwerken in de zorg

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je een open en verbindende houding kunt hebben in de samenwerking rondom de zorgvrager.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
Voorkennis activeren
Verbindende oefening
Oefenen 
Reflecteren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over het hebben van een open en verbindende houding in de zorg?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een open en verbindende houding?
Een open en verbindende houding betekent dat je openstaat voor andere betrokkenen en actief samenwerkt om de zorg voor de patiënt te verbeteren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is een open en verbindende houding belangrijk?

Slide 6 - Question ouverte

Een open en verbindende houding zorgt voor een betere samenwerking en communicatie met andere zorgverleners, wat leidt tot een hogere kwaliteit van zorg voor de patiënt.
Verbindingsoefening
In een groep van 4 – 8 mensen gaan de leden oplopend tellen. 
Hierbij moeten ze zover mogelijk zien te komen terwijl ze zich aan 4 regels houden:

- Niet tegelijk praten 
- Niet communiceren over wie het volgende cijfer zegt 
- Geen patroon in wie wanneer een cijfer zegt 
- Geen twee cijfers achter elkaar zeggen

Slide 7 - Diapositive

Effect - gerichtheid op elkaar, inzet voor een gezamenlijk doel.
Evaluatie; wat kwam hierin naar voren? Hoe kwam er verbinding? Op welke manier werd er feedback gegeven? 
Verbindingsoefening 2
De groep staat in een kring. Iemand geeft een ‘hop’ door aan degene naast hem (draai naar de ander toe, kijk hem aan, klap in je handen en roep ‘hop’). De ontvanger neemt de actie over en geeft hem door aan de volgende in de kring, enz. Dit moet op energie en snelheid gedaan worden.



Slide 8 - Diapositive

uitbreiding/variaties:
1. i.p.v. de ‘hop’ door te geven, kan hij ook teruggekaatst worden. In dat geval draait de ontvanger zich naar de zender met zijn ellebogen naar buiten en handen omhoog, duwt zijn borst naar voren en roept ‘boing’. Degene die de ‘hop’ daarmee terug ontvangt, stuurt hem vervolgens weer door de andere kant op, of kiest ervoor om hem weer terug te ‘boingen’.
2. Naast ‘hop’ en ‘boing’, kan een zender ook kiezen voor ‘zip’. In dat geval maakt hij met twee handen een schietende beweging naar een willekeurig iemand in de kring (behalve de directe buren) en roept ‘shiva’. De ontvanger kan er dan voor kiezen om naar een van beide kanten door te ‘hoppen’, terug te ‘boingen’, of naar een ander door te ‘zippen’
3. De zender kan ervoor kiezen om zijn handen omhoog te gooien en te roepen ‘freak out!’ Bij deze uitroep zoekt iedereen zo snel mogelijk een nieuwe plaats in de kring. De roeper begint vervolgens weer een nieuwe ‘hop’
4. Als de groep groot genoeg is dan hij in tweeën gesplitst worden. De groepen strijden gedurende 5 minuten tegen elkaar met als doel om als kleinste kring te eindigen. Iemand die een fout maakt of te traag reageert, wordt naar de andere kring gestuurd en voegt daar in. De kring is eigen rechter.

Effect: Energie, gerichtheid, contact.
Evaluatie: Op welke manier kwam er verbinding? Welke feedback was er in de groep? Merkte je verschil in een open of een wat meer gesloten houding (ik heb geen zin in dit spelletje). 
Uitleg werkproces
Het werkproces 'Heeft een open en verbindende houding richting andere betrokkenen en bij de samenwerking rondom de zorgvrager' houdt in dat je actief samenwerkt en openstaat voor input van anderen. 

Slide 9 - Diapositive

Hierbij kan nog een connectie worden gemaakt met de twee vorige oefeningen. 
Rollenspel

Slide 10 - Diapositive

Keuzes uit verschillende rollen: 
Slecht nieuws mededelen: Je moet als verpleegkundige de diagnose van kanker aan een patiënt meedelen. Je neemt de tijd om te zitten, luistert aandachtig naar hun vragen en zorgen, en biedt een tissue en een glas water aan terwijl je empathie toont voor hun emoties.
Conflicten in het zorgteam oplossen: Tijdens de overdracht van de nachtdienst naar de ochtenddienst ontstaat er een conflict tussen twee verpleegkundigen over de juiste dosering van medicatie. Je faciliteert een open gesprek waarin beide partijen hun zorgen uiten en zoekt gezamenlijk naar een oplossing om de patiëntenzorg te waarborgen.
Culturele diversiteit in zorgverlening: Je verzorgt een patiënt die de islamitische geloofsovertuiging volgt en vast tijdens de Ramadan. Je bespreekt de mogelijkheden voor aangepaste maaltijden en het tijdstip van medicatie om aan hun religieuze praktijken tegemoet te komen.
Palliatieve zorg: Als verpleegkundige in de palliatieve zorg ondersteun je een terminaal zieke patiënt en hun familieleden. Je bent beschikbaar om te luisteren naar hun angsten en zorgen en biedt comfort en pijnverlichting om het comfort van de patiënt te verbeteren.
Omgaan met verwarde of agressieve patiënten: Je wordt geconfronteerd met een patiënt die verward en angstig is en dreigt agressief te worden. Je spreekt rustig en met begrip met de patiënt, kalmeert hen en zorgt voor een veilige omgeving zonder confrontatie.
Verpleegkundige fouten of onvoorziene complicaties: Na een onvoorziene complicatie tijdens een procedure ben je open en eerlijk in je communicatie met de patiënt en hun familie. Je legt uit wat er is gebeurd, welke stappen worden ondernomen om het op te lossen en biedt steun.
Besluitvorming met zorgvragers: Een patiënt met chronische aandoeningen moet beslissingen nemen over behandelingsopties. Je bespreekt de verschillende keuzes, luistert naar hun voorkeuren en ondersteunt hen bij het nemen van een geïnformeerde beslissing.
Patiënten met angst, depressie of psychische stoornissen: Je werkt met een patiënt met ernstige depressie. Je biedt een luisterend oor, toont begrip voor hun gevoelens en motiveert hen om hun medicatie en therapie te volgen.
Zorg voor stervende patiënten en hun families: Een patiënt in de stervensfase heeft pijn en angst. Je zit naast hen, houdt hun hand vast en biedt emotionele steun. Tegelijkertijd communiceer je met hun familie, luister je naar hun behoeften en beantwoord je vragen.
Zorg na trauma of noodsituaties: Na een ernstig auto-ongeluk ben je als verpleegkundige verantwoordelijk voor het bieden van zorg aan de gewonde patiënten. Je toont begrip voor hun trauma, biedt fysieke zorg en communiceert met empathie om hen te gerust te stellen tijdens de crisis.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Een open en verbindende houding is essentieel in de zorg om een goede samenwerking en kwaliteit van zorg te waarborgen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.