4.4.1 basis/4.5.1 kader

4.4 (basis)/4.5 (kader)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4.4 (basis)/4.5 (kader)

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Terugblik vorige les
  • Bespreken par 4.5 (kader)/par. 4.4 (basis)
  • Huiswerk maken           GEEL: maken par 4.4 opdr. 1 t/m 7 & BLAUW: maken par 4.5 opdr. 2 t/m 8
  • Snel klaar?          Nakijken opdrachten 
  • Proefje

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les
Welke verschillen zijn er tussen het beeld wat je ziet en het beeld dat op je netvlies ontstaat?

Hoe kan je oog scherpstellen?

Wanneer heeft iemand een bril nodig?

Slide 3 - Diapositive

Basis

Start met uitleg over par. 4.4

Na uitleg in stilte aan het werk met startopdrachtje.
Kader

Start in stilte met startopdrachtje.

Daarna uitleg over par. 4.5

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
Je kent het verschil tussen verstrooiing en spiegelen.

Je weet hoe licht door een spiegel weerkaatst wordt.

Je kan tekenen hoe licht door een spiegel weerkaatst wordt.

Slide 5 - Diapositive

Verstrooiing van licht
De meeste voorwerpen kaatsen licht in alle richtingen terug. Dit noemen we verstrooiing.

Dit gebeurt bij voorwerpen met
een ruw oppervlak.

Slide 6 - Diapositive

Spiegelen van licht
Sommige voorwerpen kaatsen licht in maar 1 richting terug. Dit noemen we spiegelen.

Dit gebeurt bij voorwerpen met
een glad oppervlak

Slide 7 - Diapositive

Spiegel richting
Wanneer een beeld gespiegeld wordt geldt deze regel:

Hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Dit kunnen we tekenen!

Slide 8 - Diapositive

Wisselmoment

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen
Je weet hoe licht door een holle lens en een bolle lens beweegt.

Je weet wat de begrippen convergeren en divergeren betekenen


Slide 10 - Diapositive

Lenzen
Een bolle lens is een positieve lens.

Een holle lens is een negatieve lens.

Slide 11 - Diapositive

Lenzen
Een bolle lens kan lichtstralen
convergeren. (=naar elkaar toe)

Een holle lens kan lichtstralen
divergeren. (=van elkaar af)

Slide 12 - Diapositive

Opdrachten maken
GEEL: maken par 4.4 opdr. 1 t/m 7
BLAUW: maken par 4.5 opdr. 2 t/m 8

Hulp nodig?             Volg de stappen:
  1. Kijk eerst in je boek of je het kunt vinden.
  2. Vraag het aan je buurman/buurvrouw.
  3. Vraag de docent

Snel klaar?            Kijk je opdrachten na en vraag daarna naar het proefje

Slide 13 - Diapositive

Proefje
  1. Maak tweetallen.
  2. Verzamel de spullen.
  3. Zorg dat er 1 lichtstraal uit de lichtkast komt.
  4. Zet het spiegeltje op 10 cm van de lichtbron. Wat valt je op?
  5. En als je je geodriehoek erbij pakt, klopt het dan dat de hoek van inval inderdaad de hoek van terugkaatsing is?
Klaar? Ruim dan je spullen op zoals je ze gevonden hebt!
  1. Maak tweetallen.
  2. Verzamel de spullen.
  3. Zorg dat er 3 lichtstralen uit de lichtkast komen.
  4. Leg een van de lenzen tegen het lichtkastje aan. Wat valt je op?
  5. Doe dit voor alle lenzen en teken op je werkblad de lichtstralen.


Klaar? Ruim dan je spullen op zoals je ze gevonden hebt!

Slide 14 - Diapositive