Les 6 - Mensentaal vs. Dierentaal

Periode taalkunde
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Periode taalkunde

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- Jullie taalverwerving
- Mensentaal vs. dierentaal
- Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Jullie taalverwerving
Wie wilt iets delen over zijn taalverwerving?

Slide 3 - Diapositive

Mensentaal vs. dierentaal
Veel dieren communiceren met elkaar. Dit gaat meestal over eten, maar ook over zaken als vechten en paren. Die vormen van communicatie zijn ontstaan uit ritualisering van gedrag, zoals het ontbloten van tanden door apen. Dat is een signaal geworden dat alle apen instinctief afgeven en begrijpen. Maar dat is geen praten zoals wij mensen doen. Er zijn vier verschillen tussen mensentaal en dierentaal, namelijk:
  1. Mensen kunnen oneindig veel dingen zeggen 
  2. Mensenbaby’s leren taal van hun ouders 
  3. Mensen kunnen praten over dingen die gister zijn gebeurd 
  4. Mensen hebben woorden voor dingen en gevoelens 

Slide 4 - Diapositive

1. Mensen kunnen oneindig veel dingen zeggen, dieren niet
Dieren kennen een beperkt aantal signalen en dat aantal blijft gedurende hun leven gelijk. Met die signalen communiceren dieren met elkaar over maar een paar dingen: eten, gevaar en paren.

Mensen kunnen met de ongeveer veertig klanken die ze kunnen uitspreken steeds nieuwe woorden maken. Mensen kunnen dingen zeggen die nog nooit door iemand is gezegd. We hebben een eindig aantal klanken, maar kunnen daarmee wel oneindig veel woorden en zinnen maken en dus oneindig veel boodschappen overbrengen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

2. Mensenbaby's leren taal van hun ouders, dierenbaby's niet
We hebben gekeken naar hoe baby’s taal verwerven als ze klein zijn. Mensenbaby’s moeten dus een taal leren van hun ouders. Als zij dit niet leren, dan spreken zij ook geen taal.

Dierenbaby’s hoeven dit niet. Zodra een dier geboren wordt, kent hij instinctief de gebaren en geluiden die hij hoort te maken. Een hond hoeft dus niet te leren blaffen van zijn ouders.

Slide 7 - Diapositive

3. Mensen kunnen praten over dingen die gisteren zijn gebeurd, dieren niet
Dieren kunnen elkaar alleen dingen duidelijk maken die NU en HIER gebeuren. Zij vertellen elkaar bijvoorbeeld over waar het voedsel te vinden is of als er direct gevaar dreigt.

Mensen kunnen praten over dingen die gisteren of vorig jaar zijn gebeurd. Of zij kunnen zelfs vertellen over dingen die nog moeten gebeuren of aan de andere kant van de wereld zijn gebeurd. Bovendien kunnen mensen praten over dingen die niet zijn gebeurd. Wij kunnen liegen.

Slide 8 - Diapositive

4. Mensen hebben woorden voor gevoelens en dingen, dieren alleen voor gevoelens
Dieren communiceren enkel met elkaar over gevoelens. Ze zijn boos, hebben honger of voelen gevaar aankomen. Voor deze gevoelens hebben ze allerlei signalen die zij dan afgeven.

Mensen kunnen zonder emotie met elkaar communiceren. Ze hebben woorden voor dingen waar geen emotie bij komt kijken. Mensen kunnen elkaar vertellen over het weer van morgen zonder dat een enkele emotie bij komt kijken.

Slide 9 - Diapositive

Alex en Kanzi
Papegaai Alex en chimpansee Kanzi hebben taal geleerd van hun  verzorgers. 
Vraag: kunnen Alex en Kanzi daadwerkelijk communiceren of hebben ze een trucje geleerd?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Alex en Kanzi: taal of trucje? Waarom?

Slide 14 - Question ouverte