H3 Klimaat - Begrippen test BuiteNLand

H3 Klimaat - Begrippen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

H3 Klimaat - Begrippen

Slide 1 - Diapositive

De breedtecirkel op 0° breedte die de aarde verdeelt in een noordelijk en een zuidelijk halfrond.

Slide 2 - Question ouverte

Denkbeeldige lijn die dwars door de aarde van de Noord- naar Zuidpool loopt. De aarde draait in 24 uur om zijn as.

Slide 3 - Question ouverte

De breedtecirkels van 66,5° N.B. en Z.B.; op hogere breedte ten opzichte van deze breedtecirkel komen de pooldag en poolnacht voor.

Slide 4 - Question ouverte

Wat hoort waar bij?
Grote ijspakketten in de bergen, die ontstaan door ophoping van sneeuw.
Regen die ontstaat als het heel warm is en er veel water verdampt en opstijgt.
De warme zeestroom die vanuit het Caribisch gebied naar West-Europa stroomt.
Periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet ondergaat.
Een verzameling waterdeeltjes die uit een wolk of een groep van wolken valt.
Neerslag
Gletsjers
Stijgingsregen
Pooldag
Golfstroom

Slide 5 - Question de remorquage

Klimaat met een groot verschil tussen de zomer- en wintertemperatuur.
A
Steppeklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 6 - Quiz

Klimaat met meestal hoge temperaturen en vrijwel geen neerslag.
A
Steppeklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 7 - Quiz

Klimaat met hoge temperaturen en weinig neerslag, waardoor de begroeiing beperkt blijft tot gras.
A
Steppeklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 8 - Quiz

Door welke grote stad loopt de nulmeridiaan?
A
Parijs
B
Londen
C
New York
D
Amsterdam

Slide 9 - Quiz

Het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken in zee terug valt
A
Stijgingsregen
B
Lange waterkringloop
C
Stuwingsregen
D
Korte waterkringloop

Slide 10 - Quiz

Onzichtbaar gas dat ontstaat als water verdampt
A
Waterdamp
B
Stijgingsregen
C
Wolken
D
Smog

Slide 11 - Quiz

Een wind die vanaf de zee naar het land waait → aanlandige wind
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Het tropisch regenwoudklimaat komt vooral voor op lage breedte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Het hooggebergteklimaat komt vooral voor op hoge breedte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Periode in het jaar waarin de zon voor een langere periode niet opkomt --> pooldag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz