Betrekkelijk voornaamwoord

Salvete omnes!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Salvete omnes!

Slide 1 - Diapositive

Ik begrijp betrekkelijk .... van het betrekkelijk voornaamwoord
A
weinig
B
veel

Slide 2 - Quiz

Rijtje betrekkelijk vnw ev
= zelfde als bijvoeglijk vragend vnw. (welk) zie blz 128
qui      quae    quod
cuius   cuius    cuius
cui        cui         cui
quem   quam   quod
quo    qua     quo
etc.

Slide 3 - Diapositive

betr vnw rijtje meervoud
qui quae quae
quorum quarum quorum
quibus quibus quibus
quos quas quae
quibus quibus quibus

Slide 4 - Diapositive

dat ev
gen ev
dat mv
abl ev
nom mv
cui
cuius
quae
quibus
quo

Slide 5 - Question de remorquage

Betrekkelijke bijzin
is een onderschikkende zin

PIKACHU LOOPT DAAR. = HZ
die geel is = BZ 

PIKACHU, die geel is, LOOPT DAAR.

Slide 6 - Diapositive

Betrekkelijke bijzin


PIKACHU, die geel is, LOOPT DAAR.

PIKACHUS (? :D..), qui flavus est, IBI AMBULAT. 

Slide 7 - Diapositive

Betrekkelijk vnw
Pikachu is verdrietig vanwege de ketchupfles, die stuk is.

Pikachus lacrimat ob lagoenam ketchupi (? :D), quae fracta est.

Slide 8 - Diapositive

Betrekkelijk vnw
Pikachu, van wie de fles is, huilt.

Pikachus, cuius lagoenam est, lacrimat.

Slide 9 - Diapositive

Vertaling betrek. vnw.

  • nom: die, dat 
  • gen: van wie - waarvan
  • dat: voor/aan/tegen wie/welke - waarvoor/waartegen
  • acc: die, dat
  • abl: door/met wie - waardoor/waarmee 

Slide 10 - Diapositive

Urbem, quae pulchra est, Romam vocamus.
A
De stad, die mooi is, noemen wij Rome.
B
De mooie stad noemen wij Rome.
C
Welke mooie stad noemen wij Rome.
D
Welke stad die mooi is noemen wij Rome?

Slide 11 - Quiz

Urbs, cui muros Romulus aedificabat, erat Rome.
A
De stad, voor welke Romulus muren bouwde, was Rome.
B
De stad, van wie Romulus de muren bouwde, was Rome.
C
Romulus bouwde muren voor de stad, die Rome was.
D
De stad, die met muren door Romulus was gebouwd, was Rome.

Slide 12 - Quiz

Populus, cuius rex erat Romulus, Romae vivebat.
A
Romulus was koning van het volk dat in Rome leefde.
B
Het volk, dat Romulus als koning had, leefde in Rome.
C
Het volk, van welke Romulus koning was, leefde in Rome.
D
Welk volk had Romulus als koning en leefde in Rome?

Slide 13 - Quiz

Cui urbi muros Romulus aedificabat?
A
De stad voor welke Romulus muren bouwde.
B
Voor welke stad bouwde Romulus muren?

Slide 14 - Quiz

Ik begrijp betrekkelijk .... van het betrekkelijk voornaamwoord
A
weinig
B
veel
C
meer
D
minder

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

huiswerk morgen
  • lezen grammatica blz 133
  • maken mandatum XII blz 134

Slide 17 - Diapositive