Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
V4 19.11. 2. Fall, Schrijfmod 2 oefening 2, “Ich hatte Glück”
Will
kom
men!
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Will
kom
men!
Slide 1 - Diapositive
Programm Dienstag 19.11.
Wiederholen '
Ontleden
2. Fall
“Ich hatte Glück”
Schrijfmodule deel 2 oefening 2
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt een eenvoudig mail schrijven.
Je kent de 2de naamval.
Slide 3 - Diapositive
Die Fälle (naamvallen)
Slide 4 - Diapositive
Stappenplan
1. Voorzetsel?
2. Ontleden -> Welk zinsdeel is het? Vragen!
3. Geslacht van het zelfstandig naamwoord of persoonlijk
voornaamwoord? Meervoud?
4. Der- of ein-groep?
5. Correcte vorm kiezen
Slide 5 - Diapositive
Ontleden
Slide 6 - Diapositive
Die Mutter schickt dem Lehrer eine Mail.
schickt
dem Lehrer
die Mutter
eine Mail
het gezegde
het onderwerp
het lijdend voorwerp
het meewerkend voorwerp
Slide 7 - Question de remorquage
De naamvallen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1
3
4
Slide 8 - Question de remorquage
Hij / Hen
Als je het woord kan
vervangen door
:
hij (zij) -> onderwerp -> 1de nv
hen (haar) -> leidend voorwerp -> 4de nv
aan/voor hen (haar) -> meewerkend voorwerp -> 3de nav
Slide 9 - Diapositive
Hij / Hem
Der Lehrer sieht den Schüler (m).
-> Hij ziet hem
=> Der Lehrer = ow, den Schüler = lv
Slide 10 - Diapositive
Naamwoordelijk deel van het gezegde
Deutsch
ist
mein Lieblingsfach.
Das Stanislascollege
ist
meine Lieblingsschule
.
-> 1. naamval!!!
Slide 11 - Diapositive
Naamwoordelijk deel van het gezegde
Naamwoordelijke deel van het gezegde is zinsdeel waarmee de zelfde Person als het onderwerp wordt aangeduit.
Deutsch = mein Lieblingsfach.
Vormen van
sein, werden of bleiben
Slide 12 - Diapositive
Ontleed de volgende zinnen.
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Das Kind
bestellt
einen Hamburger.
Geld.
Die Mutter
gibt
dem Kind
Die Mutter
bezahlt
den Hamburger.
dem Kind
Wer
isst
den Hamburger?
Den Hamburger
isst
das Kind.
Slide 13 - Question de remorquage
2. Fall (Genitiv)
Bezitrelatie -> Iets hoort bij iets of iemand
Das Auto meines Vaters ist groß.
Die Ergebnisse dieser Klasse sind sehr gut!
-> van het, van een, van deze, van jou, van de .....
Slide 14 - Diapositive
Bezitsrelatie
(2de naamval)
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
der Woche.
-> Van de / van het
-> Wessen?
hier:
der Woche
Slide 15 - Diapositive
Naamvallen (Fälle) -> zinsonderdeel
Der Lehrer
gibt
dem Schüler
die Note
der Woche
.
onderwerp
-> 1. naamval (Nominativ)
meewerkend voorwerp
-> 3. naamval (Dativ)
lijdend voorwerp
-> 4. naamval (Akkusativ)
bezitsrelatie
-> 2. naamval (Genitiv)
Slide 16 - Diapositive
männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
2.
de
s
Mannes
d
er
Frau
d
es
Kindes
d
er
Kinder
3.
de
m
Mann
d
er
Frau
d
em
Kind
d
en
Kinder
n
4.
de
n
Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
Formen der Der-Gruppe
Der-Gruppe: jed-, manch-, solch-, welch-, all-
Slide 17 - Diapositive
männlich
weiblich
sächlich
Mehrzahl
1.
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
2.
eine
s
Mann
es
ein
er
Frau
ein
es
Kind
es
kein
er
Kinder
3.
eine
m
Mann
ein
er
Frau
ein
em
Kind
kein
en
Kinder
n
4.
eine
n
Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
Formen der Ein-Gruppe
Ein-Gruppe: ein-, kein-, bezittelijke vnw
Slide 18 - Diapositive
Die
Fälle
1de naamval
4de naamval
2de naamval
3de naamval
bezitrelatie
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
onderwerp
Slide 19 - Question de remorquage
Üben
Lesen: Buch Seite 119
Machen: Seite 120, Aufgabe 14
Slide 20 - Diapositive
Ich hatte Glück
Geschichte von Eberhard Richter
aufgeschrieben durch -> Katrin Richter
Maak aantekeningen en noteer nieuwe woorden!
Slide 21 - Diapositive
Schreiben
Slide 22 - Diapositive
HA Schreiben
Module in classroom
Deel 2 opdracht 1
Slide 23 - Diapositive
Schreiben
Module in classroom
Deel 2 opdracht 2
Slide 24 - Diapositive
Nakijken
Alle punten bewerkt?
Hoofdletters
Werkwoorden
Naamvallen
Fertig ? -> Selbständig arbeiten in classroom
Slide 25 - Diapositive
HA für Montag 25.11.
Lernen: K3 Wörterliste 1 nl>d, 2. Spalte
Machen: S. 120, Aufg. 15
Slide 26 - Diapositive
Die
Fälle
Wie / Wat
gezegde
?
Wie / Wat
gezegde onderwerp?
Van wie?
Aan wie / Voor wie?
bezitrelatie
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
onderwerp
Slide 27 - Question de remorquage
Die
Fälle
1de naamval
4de naamval
2de naamval
3de naamval
bezitrelatie
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
onderwerp
Slide 28 - Question de remorquage
Ontleed de volgende zinnen.
1de naamval
2de naamval
3de naamval
4de naamval
Diese Frau
hat
einen Hund.
der Frau
Der Hund
beißt
ihr Kind.
Den Hund
beißt
das Kind
Wer
beißt
den Hund?
Wer
gibt
ihrem Hund.
sein Futter.
Slide 29 - Question de remorquage
Wiederholen
Signalwörter
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
8.2. Wiederholen naamvallen
Octobre 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
V4 18.11. Ontleden, Schrijfmodule deel 2 oefening 1, “Ich hatte Glück”
Novembre 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 17.12. Weihnachten
il y a 11 jours
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 9.12. + 10.12. SO, schrijfm D2 oef 5, “Ich hatte Glück”
il y a 19 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 3.12. Wiederholen Grammatik, Genitiv, “Ich hatte Glück”
il y a 21 jours
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 25.11. Der-Gruppe, “Ich hatte Glück”, Schrijfmodule deel 2 oefening 3
Novembre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 26.11. Ein-Gruppe, “Ich hatte Glück”, Schrijfmod deel 2 oefening 4
Novembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2.10. Sophie 8, Der-Gruppe, Lesen
Octobre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5