*Spelling H5, deel 1 (2hv)

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
- Lezen (10 minuten)
- Bespreken huiswerk (5 minuten) en afronden H4 
- Start Spelling H5
- Huiswerk en afsluiting


1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder vandaag:
- Lezen (10 minuten)
- Bespreken huiswerk (5 minuten) en afronden H4 
- Start Spelling H5
- Huiswerk en afsluiting


Slide 1 - Diapositive

Huiswerk: H4 Spelling 
  • Controle

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1
Ik geef willekeurig mensen de beurt. 

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1
1. Twistten
2. besteden / gepeste
3. verwondde
4. verblijdden / gelande

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 3
Ik geef willekeurig mensen de beurt. 

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 3
1. verpootte (pvvt)
2. verblindde (pvvt)
3. verwende (bn), wachten (inf)
4. trachtte (pvvt), ingerichte (bn), verhuren (inf)

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 5
1 De jubilaris moest wel erg lang op zijn beloofde cadeau wachten.
2 Bij thuiskomst bleek mijn moeder een stuk gebraden vlees bewaard te hebben.
3 De vers gezette koffie uit het nieuwe espressoapparaat is prima van smaak.
4 Op de veiling bracht de gebarsten vaas afgelopen vrijdag toch nog 100 euro op.

Slide 7 - Diapositive

Spelling H5 
Hoofdletters en aanhalingstekens

Ga naar LessonUp.

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wanneer je hoofdletters schrijft.
  • Je weet wanneer je aanhalingstekens schrijft.

Slide 9 - Diapositive

Spelling H5
Hoofdletters en aanhalingstekens 

Pak je laptop en doe mee met LessonUp.

Slide 10 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 11 - Carte mentale

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 12 - Diapositive

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)
  • Windstreken (het oosten, zuidwest)
  • Namen van seizoenen, maanden en periodes (herfst, maart, de ijstijd). 





Slide 13 - Diapositive

Wanneer gebruik je een hoofdletter? Noem drie zaken.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is juist?
A
'S avonds
B
's Avonds

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
Middeleeuwen
B
middeleeuwen

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
A
Belgische bonbons
B
belgische bonbons

Slide 17 - Quiz

Wat is juist?
A
christendom
B
Christendom

Slide 18 - Quiz

Wat is juist?
A
mevrouw Van den Berg
B
Mevrouw van den Berg

Slide 19 - Quiz

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Slide 20 - Carte mentale

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 21 - Diapositive

Aanhalingstekens
  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 22 - Diapositive

De man fluisterde: 'Ik kan niet meer'.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn verkeerd geschreven.

Slide 23 - Quiz

Lisa zegt: 'Nee Jolien, dat noem je citeren.'
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord barbecue.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Ik vroeg haar: weet je wat het huiswerk was?
A
goed
B
fout

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 van Spelling H5 - hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 27 - Diapositive