A2c - Periode 1, Les 15 - Gse (TUSSENLES in toetsweek) (01-11-2021)

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
-  je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week
- je leert zeggen hoe vaak je iets doet
- je herhaalt de regelmatige ww
- je herhaalt gustar
- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir
- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse
- je leert de uitspraak van de z,s,c





Slide 2 - Diapositive

El programa
  • practicar los números: bingo
  • practicar la hora
  • practicar los verbos: verbuga
  • leren voor je toetsen

Slide 3 - Diapositive

Los números
  1. Prepara una tarjeta bingo con 16 casillas (maak een bingo-kaart met 16 vakjes)
  2. Usa los números de ..... a .....
  3. Escucha los números.
  4. ¿Una línea completa? -> 'Bingo'
  5. ¿Dos líneas completas? -> 'Bingo'
  6. ¿La tarjeta completa? -> 'Bingo'

Slide 4 - Diapositive

La hora
Forma un círculo.
'Es la una'.
Si coges la pelota, añade ..... minutos a la hora.



                                                         la pelota

Slide 5 - Diapositive

Los verbos - 15m
Practica los verbos con verbuga.
  1. Izquierda (links): hablar (praten), vivir (wonen), comer (eten), ser (zijn), tener (hebben), ir (gaan), dar (geven), jugar (spelen), dormir (slapen), salir (uitgaan/vertrekken), hacer (doen/maken)
  2. Derecha (rechts) : presente
  3. -> practicar 
  4. ¿Terminado (Klaar)? Completa los 4 siguientes paginas (Vul de volgende 4 slides in).

Uitleg over de werkwoorden vind je in gram. nrs. 35, 39 t/m 43

Slide 6 - Diapositive

ik speel

A
duermas
B
duermo
C
juegas
D
juego

Slide 7 - Quiz

jij gaat

A
voy
B
van
C
vamos
D
vas

Slide 8 - Quiz

Vul het rijtje aan van het werkwoord 'dar': doy, das ....

Slide 9 - Question ouverte

Vul het rijtje aan van het werkwoord estudiar: estudio, estudias...

Slide 10 - Question ouverte

Je leert voor je toetsen
Zachtjes overleggen mag, zolang het rustig blijft in de klas.

Heb je geen leerwerk bij je? Dan lees je een boek.

Slide 11 - Diapositive

Los deberes
Estudiar / herhalen: 
voc. 4.1, 4.2 + getallen 0-100 (TB p.97) + werkwoorden hablar, comer, vivir, ser, tener, estar, ir, llamarse, gustar; Gram. boekje: nr 17ab, 34ab, 35, 41, 42.

Hacer: VOC (me gusta bailar) p. 9, 14, 28 

(Let op: p.27 moest al af zijn, heb je dit ook af? Na de TW controle en inleveren via classroom!)

Slide 12 - Diapositive