In den beginne: Jagers en Boeren X11

H1: jagers en Boeren
Quiz
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1: jagers en Boeren
Quiz

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat weet je al over
jagers en verzamelaars?

Slide 3 - Carte mentale

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.

Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 4 - Quiz

Wanneer spreken we van geschiedenis?
A
Vanaf de dinosauriërs
B
Vanaf de jagers en verzamelaars
C
vanaf de geschreven bronnen
D
vanaf de Egyptenaren

Slide 5 - Quiz

Hoe groot waren de groepen jagers en verzamelaars?
A
10-15
B
25-40
C
40-60
D
60-100

Slide 6 - Quiz

De eerste boeren bleven ook nog jagen.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Wat weet je al over
Egypte?

Slide 8 - Carte mentale

Dankzij de.........was Egypte een vruchtbaar land
A
Rijn
B
Nijl
C
Tigris
D
Eufraat

Slide 9 - Quiz

Waar begint de Nijl?
A
In Egypte
B
In Azië
C
In Afrika
D
In Europa

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de soort landbouw op het plaatje
A
Irritatielandbouw
B
Instroomlandbouw
C
Vrije landbouw
D
Irrigatielandbouw

Slide 11 - Quiz

Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.

Slide 12 - Quiz

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl zo vruchtbaar dat de landbouw hoge opbrengsten had.
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.
D
De overstromingen van de Nijl zorgden voor waterkracht, die de Egyptenaren gebruikten voor het produceren van goederen in hun werkplaatsen.

Slide 13 - Quiz



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 14 - Quiz

Waarom staan de piramides ten westen van de Nijl?
A
Betere grond voor de fundering
B
Eerste ten westen gebouwd en rest volgde voorbeeld
C
Daar bevindt zich de ingang van het dodenrijk

Slide 15 - Quiz

Piramides moesten het lichaam van farao's beschermen, zodat zij verder konden leven tussen de goden.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Alleen farao's werden gemummificeerd.
A
Waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Farao's werden begraven in
A
tempels
B
piramides
C
werden gecremeerd en de as werd in de Nijl gegooid
D
paleizen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Vidéo


In de piramide is de samenleving van het oude Egypte in vier groepen verdeeld. Deze verdeling laat de verschillen in rijkdom en aanzien zien.

welke zin is juist?

A
Een ambachtsman hoort in groep 2
B
In groep 4 horen de slaven.
C
Boeren zitten in groep 4
D
Priesters zitten in 1

Slide 20 - Quiz

Waarom moesten de goden op de juiste manier vereerd worden?
A
Anders zou het slecht gaan met de Nijl
B
Anders zou het slecht gaan met de dieren van Egypte
C
Anders zou het slecht gaan met het volk van Egypte
D
Anders zou er geen slib meer achterblijven

Slide 21 - Quiz

Tijdens het Middenrijk en het Nieuwe Rijk werden farao's begraven in
A
de Deltavallei in piramides
B
het Dal der Koningen in piramides
C
de Deltavallei in Rotsgraven
D
het Dal der Koningen in rotsgraven

Slide 22 - Quiz

Waarom was deze steen (van Rosetta) Belangrijk?
A
Er stond een recept op voor Egyptisch eten
B
Er stond een tekst op in drie verschillende talen
C
De steen werd gevonden door Nederlanders
D
De steen laat zien hoe rijk de Egyptenaren waren

Slide 23 - Quiz