1 havo blokuur 05112024

Bienvenue
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bienvenue

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Wat wordt er onder andere gevraagd in de toets
  • Uitleg persoonlijke voornaamwoorden en avoir
  • Verder met oefenen voor toets

  • Quiz cijfers en lidwoorden
Doel: voorbereiding toets

Slide 2 - Diapositive

Toets
  • Woorden vertalen in het Nederlands
  • Woorden vertalen in het Frans
  • Werkwoord avoir met het persoonlijk voornaamwoord
  • Vervang un/une door le/la/l'/les
  • Phrases-clés vertalen in het Frans
  • Phrases-clés vertalen in het Nederlands
  • Getallen vertalen in het Frans & Nederlands

Slide 3 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden 
Ik                     Je     
Jij                     Tu  
Hij/zij/men        Il/elle/on
Wij                    Nous
U/jullie              Vous
Zij                     Ils/elles

Slide 4 - Diapositive

Werkwoord 'avoir' = hebben
Ik heb                               J'ai 
Jij hebt                             Tu as
Hij/zij/men heeft               Il/Elle/On a
Wij hebben                       Nous avons
U/jullie heeft/hebben        Vous avez
Zij hebben                        Ils/Elles ont

Slide 5 - Diapositive

Interroger
jij hebt
jullie hebben
hij heeft 
de hond heeft
de meisjes hebben
zij hebben (vrouwelijk meervoud)
u heeft

Slide 6 - Diapositive

Interroger
tu as
vous avez
il a
le chien a
les filles ont
elles ont
vous avez

Slide 7 - Diapositive

Interroger
ik heb
jij hebt
Simone heeft
men heeft
wij hebben
zij hebben (mannelijk meervoud)

Slide 8 - Diapositive

Interroger
j'ai
tu as
Simone a
on a
nous avons
ils ont

Slide 9 - Diapositive

Zelfstudie
Slimp stampen of andere manier van leren

Slide 10 - Diapositive

Even oefenen...

Slide 11 - Diapositive

- herhalen getallen 0-20
-lidwoord


Slide 12 - Diapositive

6

Slide 13 - Vidéo

00:13
Vertaling van 8
timer
0:15

Slide 14 - Question ouverte

00:24
Vertaling van 13
timer
0:15

Slide 15 - Question ouverte

00:33
Vertaling van 3
timer
0:15

Slide 16 - Question ouverte

00:48
Vertaling van 17
timer
0:15

Slide 17 - Question ouverte

01:06
Vertaling van 5
timer
0:15

Slide 18 - Question ouverte

01:19
Vertaling van 20
timer
0:15

Slide 19 - Question ouverte

lidwoorden 

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn lidwoorden in het
Nederlands?

Slide 21 - Carte mentale

Waarom horen onderstaande lidwoorden bij de zelfstandig naamwoorden?

La mère (de moeder)
Le père (de vader)
Les parents (de ouders)
L'école (de school)

Slide 22 - Diapositive

de jongen
timer
0:10
A
le garçon
B
la garçon
C
les garçon
D
l'garçon

Slide 23 - Quiz

de moeder
timer
0:10
A
le mère
B
la mère
C
les mère
D
l'mère

Slide 24 - Quiz

de broers
timer
0:10
A
le frères
B
la frères
C
les frères
D
l'frères

Slide 25 - Quiz

Frans
  • een 
  • un --> mannelijk (un garçon)
  • une --> vrouwelijk (une fille)

Slide 26 - Diapositive

een jongen
timer
0:10
A
un garçon
B
le garçon
C
une garçon
D
des garçons

Slide 27 - Quiz

een meisje
timer
0:10
A
un fille
B
une fille
C
des filles
D
la fille

Slide 28 - Quiz

Meervoud van le camping
timer
0:10
A
la camping
B
l'campings
C
les campings
D
campings

Slide 29 - Quiz

Meervoud van l'hôtel
timer
0:10
A
l'hôtels
B
les hôtels
C
les hôtel
D
la hôtel

Slide 30 - Quiz

Vervang un/une door le/la/l'
une piscine
timer
0:10

Slide 31 - Question ouverte

Vervang un/une door le/la/l'
un prof
timer
0:10

Slide 32 - Question ouverte

Vervang un/une door le/la/l'
une école
timer
0:10

Slide 33 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
l'ami
timer
0:15

Slide 34 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
la soeur
timer
0:15

Slide 35 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
le poisson
timer
0:15

Slide 36 - Question ouverte

Interroger
vijf
dertien
zestien
elf
vingt
huit
deux

Slide 37 - Diapositive

Verder met zelfstudie
  • Slim stampen of uit je boek leren
  • Oefentoets
  • Vragen stellen, graag!

Succes met de toets!!!!!

Slide 38 - Diapositive