Verkoop 2A week 14
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Waarom leren we
'geld terug geven'?
'geld terug geven'?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is doortellen?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De klant moet betalen: €7,35 en geeft €20.
Wat geef je terug?
Wat geef je terug?
A
€12,65
B
€13,00
C
€12,35
D
€20,00
Slide 10 - Quiz
De klant moet betalen: €12,10 en geeft €50.
Wat geef je terug?
Wat geef je terug?
A
€39,90
B
€50,00
C
€38,90
D
€37,90
Slide 11 - Quiz
De klant moet betalen: €1,45 en geeft €10.
Wat geef je terug?
Wat geef je terug?
A
€9,00
B
€8,55
C
€8,45
D
€9,55
Slide 12 - Quiz
De klant moet betalen: €66,65 en geeft €100.
Wat geef je terug?
Wat geef je terug?
A
€66,35
B
€44,45
C
€33,35
D
€44,35
Slide 13 - Quiz
De klant moet betalen: €5,55 en geeft €20.
Wat geef je terug?
Wat geef je terug?
A
€14,45
B
€15,55
C
€20,00
D
€15,45
