Hoofdstuk 6 Paragraaf 4

Energie gebruiken
Hoofdstuk 11
Paragraaf 2
2VMBO
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Energie gebruiken
Hoofdstuk 11
Paragraaf 2
2VMBO

Slide 1 - Diapositive

Maar eerst een paar oefen-vragen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kan voor- en nadelen noemen van grijze- en groene energiebronnen.​
  2. Je kan de belangrijkste pijlers van het energievraagstuk benoemen.​
  3. Je kan uitleggen hoe een hoger rendement lager energieverbruik kan opleveren.​
  4. Je kan uitleggen hoe een warmtekrachtkoppeling zorgt voor een hoger rendement.​ 
  5. Je kan verschillende groene energiebronnen noemen en uitleggen hoe wij de energiebron kunnen gebruiken voor nuttige energie.

Slide 3 - Diapositive

Noem een voorbeeld van duurzame energie

Slide 4 - Carte mentale

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn voorbeelden van grijze energie bronnen​
Fossiele brandstoffen: Aardolie, aardgas, steenkool​

Deze bronnen kunnen op en ze stoten bij verbanding broeikasgassen uit​
Het voordeel is dat ze goedkoop zijn en ze leveren gemakkelijk heel veel energie​

​ 
Vanaf 2050 zullen fossiele brandstoffen niet meer de belangrijkste brandstoffen zijn

Slide 5 - Diapositive

Welke oplossingen zijn om het energie tekort voor de groeiende wereldbevolking op te lossen?

Slide 6 - Carte mentale

De oplossing rust op 3 belangrijke poten:
  1. Er moet minder energie worden gebruikt
  2. De energie die we gebruiken, moeten we efficiënter gebruiken (apparaten met een hoge rendement)
  3. We moeten meer energie uit duurzame bronnen halen

Slide 7 - Diapositive

Minder energie gebruiken
Er zijn allerlei mogelijkheden voor mensen om minder energie te gebruiken:
  • Huis goed isoleren
  • Openbaar vervoer i.p.v. de auto nemen
  • De verwarming minder hoog zetten
  • Minder lang douchen

Al deze maatregelen besparen al snel veel energie

Slide 8 - Diapositive

Efficiënter energie gebruiken
Een voorbeeld van efficiënt energie gebruik is een warmtekrachtkoppeling (WKK)
  • Bij het opwekken van elektriciteit ligt het rendement normaal op 40%
  • Veel warmte gaat bij de verbranding via gassen en via het koelwater verloren als ‘afvalwarmte’
  • De afvalwarmte in het koelwater kan via een WKK huizen verwarmen
  • De afvalwarmte in de gassen kan in de CV ketels van huizen water verwarmen
  • Het rendement komt dan op 80% – 90% te liggen

Slide 9 - Diapositive

Duurzame energie
Duurzame energiebronnen zijn bronnen die niet op kunnen en ook geen schadelijke stoffen uitstoten:
  • Windenergie
  • Zonne-energie
  • Waterkracht
  • Geothermische warmte
  • Biomassa
  • Voor de toekomst: Kernfusie

Slide 10 - Diapositive

Voor- en nadelen van grijze- en groene energiebronnen

Slide 11 - Diapositive

Wind energie
De wind zal altijd blijven waaien en is daarom duurzaam
  • Windmolens kunnen door de wind gaan draaien
  • Binnen in de molen zit een generator, die via de draaibeweging elektriciteit opwekt

Nadelen: 
  • Het waait niet altijd even goed waardoor windenergie weinig oplevert
  • Veel mensen vinden windmolens lelijk en beschouwen windmolens als ‘visuele vervuiling’

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel energie zet een windmolen om?
Een grote windmolen (+/- 100 m hoog) levert bij een goede wind ongeveer 7,5 MW aan energie
  • 7,5 MW = 7,5 MegaWatt = 7.500.000 Watt = 7.500.000 J/s


Een gemiddelde elektriciteits centrale levert ongeveer 1000 MW
  • Er zijn 135 windmolens nodig om evenveel te produceren
  • Bij weinig wind zijn er nog veel meer nodig

Slide 13 - Diapositive

Zonne-energie
  • De zon zal altijd blijven schijnen, daarom is de zon duurzaam
  • Zonne-energie kan met behulp van zonnepanelen (linker plaatje) omgezet worden in elektrische energie
  • Zonnecollectoren zijn panelen/buizen gevuld met water (rechter plaatje). Het water wordt door de zon opgewarmd en het warme water kan in huis gebruikt worden.

Slide 14 - Diapositive

Zonnecentrale
  • Hier zie je een zonnecentrale
  • Alle spiegels weerkaatsen het zonlicht naar één punt waar een zeer hoge temperatuur wordt behaald
  • Op dit punt wordt water tot stoom gebracht en drijft, net zoals in een thermische centrale, een generator aan die elektrische energie produceert

Slide 15 - Diapositive

Biobrandstoffen
  • Biobrandstoffen haal je uit plantenresten zoals hout en plantaardige olie
  • Deze brandstoffen kunnen niet op raken omdat je uit bijvoorbeeld landbouw altijd plantenresten zal hebben
  • Ze stoten wel CO2 uit maar omdat de planten tijdens het groeien zelf CO2 omzetten, is de netto uitstoot minder dan bij fossiele brandstoffen

Verdieping: Biomassa bevindt zich in de huidige koolstofkringloop. Ze nemen tijdens het groeien CO2 op en stoten zelf ook weel CO2 uit. Fossiele brandstoffen nemen helemaal geen CO2 meer op maar stoten het wel uit. Daarom zitten die niet in de koolstofkringloop

Slide 16 - Diapositive

Waterkracht
  • Wereldwijd is waterkracht de belangrijkste groene energiebron
  • Stuwdammen zetten gigantische hoeveelheden bewegingsenergie (stromend water) om in elektrische energie
  • Ze zijn wel slecht voor het milieu omdat bij de aanleg grote gebieden onder water komen te staan
  • Nederland is hiervoor niet geschikt omdat we niet genoeg reliëf hebben in het land.
  • We gebruiken wel waterkracht bij getijdecentrales, die wekken elektriciteit op met behulp van eb en vloed.

Slide 17 - Diapositive

Drieklovendam
Hier zie je de grootste stuwdam van de wereld
De dam is gebouwd in China
Hij levert 22,5 GW. Dit is evenveel als 22,5 kolencentrales
(22,5 GW = 22.500.000.000 J/s)

Slide 18 - Diapositive

Geothermische energie
  • Diep onder de grond is veel warmte aanwezig
  • Je kan koud water de grond in pompen en warm water weer oppompen waarmee je huizen kunt verwarmen.
  • In landen met veel vulkanisme is het water heet genoeg om elektriciteit op te wekken, zoals op IJsland

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk paragraaf 6.4

Slide 20 - Diapositive