Over taal blok 4 Tautologie & pleonasme

TAAL- en STIJLFOUTEN 1
Je leert de volgende stijlfouten te herkennen: 
pleonasme en tautologie (blok 4). 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

TAAL- en STIJLFOUTEN 1
Je leert de volgende stijlfouten te herkennen: 
pleonasme en tautologie (blok 4). 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Tautologie
Twee keer hetzelfde zeggen met twee woorden. Synoniemen gebruiken. 

Vast en zeker
Vrolijk en blij

Dubbel, met dezelfde woordsoorten

Slide 3 - Diapositive

Pleonasme
Een eigenschap benoemen, die overduidelijk is. 

Houten boom
Nat water
Hete zon

Dus: dubbelop met verschillende woordsoorten

Slide 4 - Diapositive

Hij heeft zijn achterstallige schuld nog niet betaald.
A
tautologie
B
pleonasme
C
geen stijlfout

Slide 5 - Quiz

Met zo'n negatieve instelling en mentaliteit zal je niet veel verkopen.
A
pleonasme
B
tautologie
C
geen stijlfout

Slide 6 - Quiz

Graag licht ik mijn sollicitatie toe in een mondeling gesprek.
A
geen stijlfout
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 7 - Quiz

Misschien dat ik morgen mogelijk nog even langs kom.
A
geen stijlfout
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 8 - Quiz

Hij vroeg permissie om zijn huis te mogen verbouwen.
A
geen stijlfout
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 9 - Quiz

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
geen stijlfout
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 10 - Quiz

Ik weet nu wat een foutief pleonasme en foutieve tautologie is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien