Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Drijven en zinken
Les 1
Slide 1 - Diapositive
Vissen
Slide 2 - Carte mentale
Waterdruk
Slide 3 - Diapositive
Kop
de zwaardvis heeft een afgeronde kop. Zijn zwaard vermindert de weerstand nog meer.
Rugvin
De hogen rugvin zorgt ervoor dat hij in evenwicht blijft.
Lijf
Zijn lijf is stijf, gespierd en ''gestroomlijnd''. Dat betekent dat hij een vorm heeft die weinig weerstand krijgt van het water. Met andere woorden: zijn lijf heeft een vorm die gemakkelijk door het water glijdt.
Staartvin
De grote staartvin is zijn sterke motor.
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent het als het lijf van een vis gestroomlijnd is?
A
Dat er stroom op een vis staat.
B
Dat een vis weinig weerstand van het water ervaart.
C
Dat een vis aan een hengel (lijn) zit
D
Dat een vis heel veel weerstand van het water ervaart.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat gebeurt er met een vis die geen zwemblaas heeft en zijn vinnen niet beweegt?
A
Drijft omhoog
B
Blijft op dezelfde hoogte
C
Zinkt naar beneden
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Een onderzeeër is onder water en moet omhoog. Wat moet er gebeuren?