Staal blok 6 - Week 1 - Les 3
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is het hulpwerkwoord in de volgende zin?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord in de volgende zin?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Slide 4 - Question ouverte
Zoek de bijvoeglijk naamwoorden in de volgende zin?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Marit, wat heb jij in de bruine, leren koffer gedaan?
Slide 5 - Question ouverte
Wat weet je over de komma?
Schrijf alles op!
In taal, niet bij rekenen
Schrijf alles op!
In taal, niet bij rekenen
Slide 6 - Carte mentale
GOED
FOUT
De lente is in aantocht, want het word steeds warmer
De vogels bouwen een nest zodat, ze eitjes kunnen leggen.
Ik heb nieuwe zomerkleding gekregen; korte broek,
t-shirts, en zwemkleding.
Zomerfruit is heerlijk: aardbeien, bosbessen, ananas en watermeloen.
Slide 7 - Question de remorquage
Dictee
Slide 8 - Question ouverte
dictee woord 2
Slide 9 - Question ouverte
dictee woord 3
Slide 10 - Question ouverte
De zin
