2F hoofdstuk 5

• Rekenen
• ISK

2F hoofdstuk 5

breuken

Een breuk

Wat is in deze breuk de noemer?

1. 3
2. 2
3. 5
4. 6

Welke breuk is dit?

1. 3/6
2. 3/5
3. 2/4
4. 2/5

Welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 5/1
3. 1/6
4. 6/1

Welke breuk is dit?

1. 7/8
2. 1/8
3. 1/7
4. 7/7

een hele

Haal de helen uit de breuk:
13/5

1. 2 3/5
2. 3 3/5
3. 1 6/5
4. 33/5

Haal de helen uit de breuk
4/2

1. 1
2. 1 1/2
3. 2

Haal de helen uit de breuk
7/6

1. 1/6
2. 1 1/6
3. 2

gelijkwaardige breuken 

Welke van de onderstaande breuken zijn gelijkwaardige breuken?
( je houd er 1 over)

1. 1/2 = 1/4
2. 5/5 = 1
3. 1/3 = 1/6
4. 3/4 = 6/8

Welke breuk is gelijkwaardig aan:

1. 3/4
2. 1/2
3. 3/7
4. 1/3

Welke breuk is gelijkwaardig aan 1/2?

1. 4/8
2. 26/50
3. 9/14
4. 10/12

Breuken vereenvoudigen, wat is dat?

De breuk vereenvoudigen.
Wat moet je dan doen?

1. De noemers van de breuk moeten gelijk gemaakt worden.
2. De breuk moet zo klein mogelijk gemaakt worden.
3. De breuk moet van elkaar afgetrokken worden.
4. De breuk moet bij elkaar opgeteld worden.

breuken vereenvoudigen
6/8 = ...

1. 1/4
2. 3/4
3. 1/2
4. 2/2

Breuken vereenvoudigen
18/36

1. 18/36
2. 9/18
3. 3/6
4. 1/2

Breuken vereenvoudigen

21/36=

1. 7/12
2. 11.5/18
3. 3/5
4. 2/3

Breuken gelijknamig maken

Maak de volgende breuken gelijknamig:

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe maak je de breuk
1/3 en 1/4 gelijknamig?

1. 4/12 en 4/12
2. Kan niet
3. 4/12 en 3/12
4. 4/12 en 6/12

Maak de breuken gelijknamig:
1/4 en 1/8

1. 2/8 en 1/8
2. 1/4 en 2/4
3. 8/32 en 4/32
4. 2/12 en 2/12

Breuken optellen

1. 4/10
2. 4/8
3. 5/8
4. 7/8

Breuken optellen

1. 4/10
2. 7/8
3. 4/8
4. 7/16

breuken aftrekken:

​8​​4​​

-

​4​​1​​

1. ​6​​2​​
2. ​8​​2​​=​4​​1​​
3. ​4​​3​​
4. 1​8​​1​​

Je kunt ongelijknamige breuken aftrekken

3 5/7 - 2 1/4

1. 1 13/28
2. 1 1/2
3. 1 4/3
4. 1 11/26

Breuken vermenigvuldigen

⋅

Breuken vermenigvuldigen

​3​​1​​⋅​5​​2​​=

1. 3/8
2. 2/15
3. 1/15
4. 5/6

Breuken vermenigvuldigen

1. 3/8
2. 2/15
3. 1/15
4. 5/6

Breuken delen

Bij breuken delen

1. draai je de tweede breuk om en daarna doe je hetzelfde als vermenigvuldigen
2. Noemer keer de noemer en teller keer de teller
3. De noemer keer de noemer en tellers blijven gelijk
4. Noemer keer teller en teller keer noemer

breuken delen

1. 40/86
2. 20/45
3. 10/21
4. ???

opgave 8 - BREUK DELEN

Joris volgt een hardlooptraining.
Tijdens de training sprint Joris in totaal 1/2 km
De totale sprintafstand is verdeeld in 4 gelijke
delen.

1. 1/2
2. 1/4
3. 1/8
4. 1/16