Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Thema 5 Bs. 4 Spieren
Slide 1 - Diapositive
Inhoud
-Kleine check -Uitleg Bs. 4
-Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
- Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
Slide 3 - Diapositive
Kraakbeenweefsel bestaat vooral uit ....
A
Kalkzouten
B
Adrenaline
C
Lijmstof
D
Hemoglobine
Slide 4 - Quiz
Ouderen hebben meer ....
A
Lijmstof
B
Kalkzouten
Slide 5 - Quiz
In platte beenderen zit zowel geel beenmerg als rood beenmerg.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Welke functie hoort NIET bij het skelet?
A
Geeft stevigheid aan het lichaam
B
Geeft bescherming aan organen
C
Geeft vorm aan het lichaam
D
Maakt organen sterker
Slide 7 - Quiz
Welke type gewricht heb je in je schouder?
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
Slide 8 - Quiz
Welke beenverbinding hoort er NIET bij?
A
Gewricht
B
Door een naad verbonden
C
Vergroeide wervels
D
Verbonden door kalkzouten
Slide 9 - Quiz
Informatie ophalen
Bs.1: Het skelet van de mens Wat zijn de 4 functies van het skelet? Bs.2: Kraakbeenweefsel en beenweefsel Welk weefsel heeft meer kalkzouten? Bs.3: Beenverbindingen Wat zijn de 4 beenverbindingen?
Slide 10 - Diapositive
Bouw van spier
-De spier bestaat uit spierbundels -Deze bundels bestaan spiervezels
-Elk spierbundel is omgeven doorbindweefsel -Om het bindweefsel heb je een laag spierschede -Spieren zitten met pezen vast aan je botten
Slide 11 - Diapositive
Hoe heet het laagje om het bindweefsel heen?
A
Pezen
B
Spierschede
C
Spierbundels
D
Weefsel
Slide 12 - Quiz
Werking van een spier
Waar de pees aan het bot vastzit, noemen we de aanhechtingsplaats
Trekt een spier samen --> korter en dikker
Ontspant een spier --> langer en dunner
Slide 13 - Diapositive
Hoe heet de plek waar de spier vast zit aan het bot?
A
Bindweefsel
B
Spierschede
C
Pezen
D
Aanhechtingsplaats
Slide 14 - Quiz
Antagonistisch paar
Antagonistisch paar: 2 spieren die samenwerken om een bot heen en weer te laten bewegen.
Buigspier: Die kan de arm buigen, bicep Trekspier: Die kan de arm strekken, tricep