3K_Thema 5| bs. 4 Spieren

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat wordt er van jullie verwacht?
Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Je telefoon weg 

Ga rustig zitten 
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Programma
  • Herhaling vorige lessen
  • Leerdoelen
  • Uitleg bs. 4 Spieren
  • Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

5.4 Spieren


Spieren

Slide 4 - Diapositive

Beenverbindingen
Gewricht
Naadverbinding
Vergroeid
Kraakbeen verbinding

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe noem je deze beenverbinding?

van het heiligbeen.
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 6 - Quiz

Pijpbeenderen
Geel beenmerg
Rood beenmerg
vet opslag
Aanmaak van bloedcellen
Platte beenderen
Pijpbeenderen

Slide 7 - Question de remorquage

Typen gewrichten

Slide 8 - Diapositive

Leerdoel 5.4 


5.4.1 Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 9 - Diapositive

Spierstelsel
Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid. Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Spier-spierbundels-spiervezels

Slide 12 - Diapositive

Pezen
Elke spier zit vast aan het bot met pezen

De plaats waar een pees aan een bot vastzit, heet de aanhechtingsplaats.


Slide 13 - Diapositive

Bindweefsel

Om elke spierbundel zit bindweefsel. De spierschede is de laag bindweefsel om de gehele spier


Functie 
Het bindweefsel geeft stevigheid.

Slide 14 - Diapositive

Benoem de onderdelen van de spier, sleep de woorden naar de juiste plek.
Spiervezel
Spierbundel
Pees
Spier

Slide 15 - Question de remorquage

Werking van de spier

Slide 16 - Diapositive

Werking van spieren 
Het samentrekken van een spier gaat als volgt:
• De spier krijgt een seintje van zenuwcellen.
• De spiervezels trekken hierdoor samen.
• De spier wordt korter en dikker.
• De spier trekt de botten waar hij aan vastzit, naar elkaar toe.
• Er ontstaat een beweging

Slide 17 - Diapositive

Werking spieren
Antagonistisch paar:
Een buigspier en een strekspier die samen één beweging mogelijk maken


  • Alle spieren in ons lichaam hebben antagonisten

Biceps = Buigspier      Triceps = Strekspier

Slide 18 - Diapositive

Werking spieren 

Antagonistisch paar:
Een buigspier en een strekspier die samen een beweging mogelijk maken

  • Alle spieren in ons lichaam hebben antagonisten

Biceps = Buigspier      Triceps = Strekspier

Slide 19 - Diapositive

Kies telkens twee woorden, die passend zijn bij de zin. 
1. Als de armbuigspier gespannen is, 
    is de armtrekspier

2. Als de armbuigspier korter wordt, 
    wordt de armtrekspier

3. Als de armbuigspier ontspannen is,
    is de armtrekspier

4. Als de armbuigspier langer wordt, 
     wordt de armtrekspier 
ontspannen
gespannen
langer
korter

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 21 - Quiz

Huiswerk

Lees en maak bs. 5.4 Spieren
opdracht 1,2,3,5 +7

Slide 22 - Diapositive