Hfst 3 Vol spanning Les 3.9 media en onderzoek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen Nederlands
(je boek en je laptop) 

Log alvast in. 

Lezen eigen boek

docent

docent

docent

docent

docent

Lesopbouw:

Absentie

Lezen eigen boek

Hfst overzicht

Herhaling vorige les

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Hfst overzicht: Vol Spanning

Les 6: Spreken, kijken en luisteren (SO periode 2 is luisteropdr)
Les 1: Fictie

Les 2: Gedicht

Les 4: Schrijven en formuleren

Les 9 Media en onderzoek
Les 3: Lezen

Les 5: Woorden

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling:  Daarna Toets Thema 3 jan/feb

Doel vorige les 

Doel: les 4 Schrijven en formuleren

• Ik weet hoe ik een verslag moet schrijven.
  
• Ik weet hoe ik de 5W1H-vragen gebruik.
  
• wie, wat , waar, wanneer, waarom en hoe
• Ik weet wat verwijswoorden zijn. 

Leertekst

5W1H-vragen

• Wie
• Wat
• Waar
• Wanneer
• Waarom
• Hoe

De antwoorden schrijf je op. Als je de tekst gaat schrijven gebruik je de antwoorden

Maak opdracht 3 en 4, blz 153

Schrijven met afwisseling

Ik had gisteren een toets en toen heb ik deze gemaakt en toen ging het best goed. 

Zoals elk jaar is er in mei weer kermis in ons dorp. Alle mensen van ons dorp gaan graag naar de kermis. De meeste mensen van ons dorp vinden het spookhuis het leukst. 

Schrijven met afwisseling

Ik had gisteren een toets. Ik heb deze gemaakt. Het ging best goed.  

Zoals elk jaar is er in mei weer kermis in ons dorp. Alle inwoners gaan graag naar de kermis. Iedereen vindt het spookhuis het leukst. 

Wat is het verwijs woord in de volgende zinnen:
Marc is jarig. Hij viert het niet.

1. Marc
2. Hij
3. Viert
4. Jarig

Wat is het verwijs woord in de volgende zinnen:
De leerlingen zitten klaar. Ze hebben hun boek al op tafel.

1. Ze
2. Leerlingen
3. Boek
4. tafel

Wat is het verwijs woord in de volgende zinnen:
Mijn fiets heeft een lekke band. Het moet gerepareerd worden.

1. Mijn fiets
2. lekker band
3. Het
4. worden

Wat zijn de 5W vragen die je kunt stellen?

Wat is de H-vraag die je kunt stellen?

Doel: les 9 Media en onderzoek

Ik weet wat objectieve nieuwsberichten zijn. 

Ik weet wat subjectieve nieuwsberichten zijn. 

objectief: gebaseerd op feiten

subjectief: gebaseerd op meningen

Leertekst: Verschil tussen objectief en subjectief

objectief

• feiten (iets dat echt zo is)
• is te controleren

• Zwarte panter geboren
• Twaalfjarige haalt geld op

subjectief

• meningen
• te beïnvloeden

• Prachtige zwarte panter geboren
• Een twaalfjarige held haalt geld op

Leertekst: nieuwbericht

Nieuwsberichten worden via bepaalde bronnen gedeeld. 

Het zijn zaken die pas gebeurd zijn. 

Vb: krantenartikel of onderwerp uit het journaal

Een objectief nieuwsbericht geeft alleen feiten. 

Een subjectief nieuwsbericht geeft de mening van de journalist. Hij probeert dat de kijker te beïnvloeden. 

In wat voor soort nieuws ben jij geïntresseerd?

Noem eens 2 bronnen waar jij het nieuws tegenkomt/leest?

Ga aan de slag met:

opdracht 1 - 6 

blz 184 - 187

Klaar: Online VERSTERK JEZELF

Opdrachten bespreken

Luister en schrijf mee. 

Afsluiting: les 9 Media en onderzoek

Ik weet wat objectieve nieuwsberichten zijn. 

Ik weet wat subjectieve nieuwsberichten zijn. 

objectief: gebaseerd op feiten

subjectief: gebaseerd op meningen

Hoe was jouw werkhouding deze les?

Wat is objectief?

1. Gebaseerd op meningen
2. gebaseerd op feiten

Waar kan je het nieuws vinden?

1. bol.com
2. www.yuverta.nl
3. het journaal
4. krantje van de zeeman

Bedankt voor jullie aandacht!

Ik weet wat objectieve nieuwsberichten zijn.

Ik weet wat subjectieve nieuwsberichten zijn.