Cursus 5 Grammatica woordsoorten voegwoord herkennen les 1

Cursus 5
Grammatica paragraaf 3
Voegwoord herkennen

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Cursus 5
Grammatica paragraaf 3
Voegwoord herkennen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

Je leert voegwoorden herkennen



Slide 2 - Diapositive

Wat zijn voegwoorden?
A
tulp, school, hond
B
hij, het, wij
C
de, het, een
D
en, omdat, want

Slide 3 - Quiz

Bij alle voegwoorden plaats je een komma voor het voegwoord.
Behalve bij het voegwoord .......
A
maar
B
en
C
of
D
want

Slide 4 - Quiz

Wat is geen voegwoord?
A
als
B
wanneer
C
want
D
omdat

Slide 5 - Quiz

Wat is geen voegwoord:
A
terwijl
B
omdat
C
toen
D
fiets

Slide 6 - Quiz

Wat zijn voegwoorden?
A
om / nu
B
want / toen
C
maar / en
D
maar / toen

Slide 7 - Quiz

Welke woorden zijn allemaal voegwoorden?
A
als, nadat, tegen
B
dus, omdat, want
C
en, maar, met
D
ook, toen, zodat

Slide 8 - Quiz

Wat doen voegwoorden?
A
Die vertellen het tekstverband
B
Die zeggen waar de zin over gaat
C
Die staan boven een alinea
D
Twee zinnen aan elkaar plakken tot één zin

Slide 9 - Quiz

Wat is het voegwoord?
Toen het regende werd ik met de auto gebracht.
A
het
B
toen
C
regende
D
gebracht

Slide 10 - Quiz

Een voorbeeld van een voegwoord is maar.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Wat is het voegwoord?
Hij kwam te laat, omdat hij zich verslapen heeft.
A
verslapen
B
kwam
C
hij
D
omdat

Slide 12 - Quiz

Voegwoorden

De gevangenen deden een dappere poging om te ontsnappen, .....
het liep uit op een fiasco.

Kies het juiste voegwoord.
A
maar
B
omdat
C
want
D
en

Slide 13 - Quiz

Voegwoorden

Ze huurden een helikopter ...... wilden hun leider met een touw uit de luchtplaats takelen.

Kies het juiste voegwoord.
A
maar
B
omdat
C
want
D
en

Slide 14 - Quiz

Heb je het lesdoel behaald?
Ik kan een voegwoord herkennen
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Huiswerk
Maken: Cursus 5, paragraaf 3, Voegwoord herkennen
Opdracht 1 tot en met 5

In je schrift!

Woensdag huiswerkcontrole...

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive